Barbara van Bergen maakt in Beijing haar paralympische debuut als zitskiester. Toch worden het al haar tweede Paralympische Spelen in de Chinese hoofdstad. In 2008 was ze als rolstoelbasketbalster op de Zomerspelen.

De ambities van de 43-jarige Rotterdamse zijn hoog: zij wil op de pistes buiten Beijing de eerste Nederlandse worden die medailles wint op de Zomer- én Winterspelen. Zowel op de Paralympische als Olympische Spelen is dat nog geen Nederlandse sporter gelukt. Als rolstoelbasketbalster won Barbara in 2012 en 2016 al paralympisch brons, daarna maakte ze de overstap naar het zitskiën. ‘Ik had toen al twee winters meegedraaid, want ik wilde niet zomaar mijn hele sportleven omgooien. Ik wilde weten of ik ook wedstrijden kon skiën’, vertelt ze. ‘Twee weken na de medaille in Rio de Janeiro (2016) werd ik fulltime skiester.’

Barbara wilde vervolgens al naar de Winterspelen van 2018 in Pyeongchang (Zuid-Korea), maar voldeed niet aan de kwalificatie-eisen. ‘Dat ik dat niet haalde, was een klap in mijn gezicht. Ik was dat niet gewend. Als basketbalploeg kwalificeerden we ons altijd wel voor de Spelen, en ik was een vaste waarde in het team. Dat ging vanzelf. Als skiester was ik ineens weer een groentje en kwam het besef: het kan dat ik me níet kwalificeer. Wat dat betreft heb ik mezelf als topsporter opnieuw moeten uitvinden; van teamsporter naar individuele sporter. In het rolstoelbasketbal vangen je teamgenoten een slechte dag wel op, maar nu moet ik alles zelf doen. Nu moet ik mezelf iedere wedstrijd bewijzen. Het is een heel ander topsportleven.’

Barbara als rolstoelbasketbalsters op het EK van 2015 (foto: Mathilde Dusol)

VIER JAAR

Na het missen van de Spelen in 2018 moet Barbara het plezier in het skiën echt weer terugvinden. Dat ging gelukkig snel. Ze vertelt: ‘Twee maanden later was skiën weer het leukste dat er was. Toen kwam ook het besef dat alles op de juiste plek had moeten vallen, had ik de Winterspelen toen al willen halen. Het was toen alles of niks: of het was supergoed, of ik haalde de finish niet.’ Ze lacht: ‘Dat was ook het probleem met kwalificeren voor Pyeongchang: je kunt nog zo goed skiën, maar je moet wel finishen.’

Inmiddels ziet Barbara’s skiwereld er totaal anders uit. De laatste twee winters doet ze overal mee om de medailles. Natuurlijk zijn er dagen dat het net wat minder gaat, of er foutjes in zitten, erkent ze, maar ze is over het algemeen constanter en stabieler. Het was niet meer de vraag óf ze zich zou kwalificeren voor de Winterspelen, maar wannéér. December vorig jaar had ze haar ticket definitief binnen. ‘Ik hoor nu gewoon thuis op dat niveau’, zegt ze. ‘En dat betekent ook dat ik kans maak op medailles. Wel met de kanttekening dat we – door corona – een aantal deelnemers al jaren niet hebben gezien.’

Foto: OIS/Simon Bruty

BEIJING

Ze is wel blij dat ze Beijing in 2008 al eens gezien heeft. ‘Onze wedstrijden zijn in Yanqing, zo’n honderd kilometer buiten de stad. Daar is ook een van de drie paralympische dorpen, dus verblijven we daar ook. In verband met corona zijn er heel strenge ‘bubbels’ gecreëerd; we mogen niet in contact komen met andere sporten. De snowboarders verblijven nog een honderd kilometer verderop, in Zhangjiakou. We zien elkaar waarschijnlijk alleen in het vliegtuig. Qua gevoel wordt het niet zo speciaal als de Spelen normaal zijn. Ik had heel graag de openingsceremonie meegemaakt, die in hetzelfde stadion is als in 2008. Helaas kan dat niet. De sfeer zal denk ik meer hebben van een WK, met skiërs onder elkaar.’

Waar Barbara in 2008 debuteerde in Beijing, betekent het níet dat Beijing ook het eindstation is van haar topsportleven. ‘Eerst dacht ik: dan is de cirkel rond’, erkent ze. ‘Dat is ‘ie ook wel, maar zolang ik nog steeds vooruitgang boek en ik het heel leuk vind om te doen, zie ik geen reden om te stoppen.’

Foto’s: Mathilde Dusol, OIS/Joel Marklund, OIS/Simon Bruty