Wie in Nederland als paratopsporter een A-status heeft, krijgt een maandelijkse vergoeding van sportkoepel NOC*NSF, wordt gesteund door sponsoren en de betreffende sportbond. Maar de weg naar die top is veel minder geëffend: het is een weg vol hobbels en hindernissen. Geen slalom naar beneden, maar juist een slalom naar de top.

De alpineskiërs die we vorig jaar op de Paralympische Winterspelen zagen, maken deel uit van TeamNL; dat zijn de toppers van de Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV). Daaronder zijn er nog twee teams: een talentherkenningsteam voor sporters die net beginnen en hun potentie nog moeten bewijzen, én een talentontwikkelingsteam, bedoeld om de talentvolle sporters verder te ontwikkelen richting de top. Steyn Visser (geboren 2005) heeft een spasme aan zijn onderbeen en zit sinds deze winter in het talentherkenningsteam, Maaike Bennink (1978) is slechtziend en maakt al een aantal jaar deel uit van Team Talentontwikkeling.

‘Ik heb eigenlijk pas afgelopen jaar de afslag richting topsport genomen’, legt Steyn uit. ‘Ik stond op mijn derde al op ski’s en ben vorig jaar naar de paralympische talentdag van NOC*NSF gegaan. Daar werd ik uitgenodigd voor de Para Snow Day in Zoetermeer en wat ik daar liet zien was weer goed genoeg om deze winter mee te mogen naar vier trainingskampen in het buitenland. Tijdens het eerste kamp, eind november, ben ik officieel geclassificeerd, zodat ik aan wedstrijden mee mag doen. En die eerste para-skiwedstrijden waren enorm leerzaam. Ik skiede goed, maar kwam beide slaloms helaas niet foutloos aan de finish.’ 

Maaike Bennink (links) in actie tijdens de World Cup (foto: Luc Percival)

Wind door m’n haren
Maaike skiet al zo’n zes jaar internationale wedstrijden. Ze zag op haar 28e door een ziekte aan haar oogzenuwen van de ene op de andere dag nog maar zo’n twee procent. ‘De wind door mijn haren, buiten zijn, de snelheid; dat maakt skiën voor mij zo leuk’, zegt ze. Een guide – zeg maar een voorskiër – loodst haar met commando’s naar beneden. ‘Zo iemand moet goed kunnen skiën, tijdens het skiën aanwijzingen geven én in de gaten houden dat de afstand tussen ons niet te groot wordt. Dan worden we namelijk gediskwalificeerd.’ De afgelopen jaren stond Maaike met regelmaat op het erepodium in Europa Cups en wereldbekerwedstrijden.

Financiën
De grootste uitdaging voor beide skiërs is de kosten voor hun sport gedekt te krijgen. ‘Ik heb voor de vier trainingskampen zo’n 4.000 euro nodig’, zegt Steyn. ‘De trainer wordt geregeld, de heen- en terugreis ook, maar het hotel, de skipassen en het materiaal moet ik zelf betalen. Ik had bijvoorbeeld nieuwe, langere ski’s nodig. Die kosten probeer ik te regelen door sponsoren te zoeken, vooral vrienden, familie en bedrijven waar ik iemand ken. En met Oudjaar heb ik oliebollen verkocht. Wat dat heeft opgebracht, gaat ook in het potje voor mijn sport.’ Dat het bij Maaike om heel andere bedragen gaat, is snel duidelijk. Zij heeft per winterseizoen zo’n 60.000-70.000 euro nodig. ‘Ik ben heel veel in het buitenland in de winter. En de kosten zijn ook zo hoog omdat ik met een guide ski. Dus hotelkosten, skipassen, dat soort zaken, moet ik allemaal dubbel betalen; het is een teamsport. En zo’n bedrag is een gigantische opgave’, legt ze uit.

Steyn Visser (foto: eigen archief)

‘Een keertje een crowdfunding is leuk, maar dan haal ik misschien tien procent daarvan op. Ik combineer werk, topsport en het zoeken naar sponsoren; eigenlijk drie fulltime banen. Het nadeel is dat veel grote partijen de topsport sponsoren. De mensen die een topsportstatus hebben, krijgen daardoor het meeste geld. Dat maakt het voor de mensen die die status nog niet hebben veel lastiger om sponsoren te vinden. Ik hik tegen die top aan, maar kom er nog niet. In het buitenland is het anders geregeld, daar krijgen sporters wél hun onkosten vergoed. Als ik daardoor de twee, drie uur die ik elke dag in het zoeken naar sponsoring stop, in mijn sport zou kunnen steken, dan kan ik de stap naar de top veel sneller maken.’

Milano-Cortina d’Ampezzo 2026
Ondanks alles is de ambitie van beide skiërs gelijk: de Paralympische Winterspelen van 2026 in Milaan en Cortina d’Ampezzo (Italië). ‘Ik sta echt nog aan het begin van een eventuele topsportcarrière’, erkent Steyn, ‘maar ik heb zeker de ambitie op dat niveau te halen. Of ik dat red? Als ik op de borstelbaan in Soesterberg ski, zit ik heel dicht tegen de tijden van skiërs zonder handicap aan. Wat dat betreft ben ik positief.’ Voor Maaike worden de Spelen van 2026 haar laatste kans op paralympische deelname. ‘Ik wil nog vier jaar knallen’, zegt ze. ‘De meiden die afgelopen winter op de Winterspelen in China stonden, zijn mijn concurrenten. Sommigen versla ik af en toe, anderen zijn nog wel een stapje beter. Maar met een vaste guide en genoeg financiële middelen, kunnen we snel stappen maken. Dan kom ik er wel.’ 

Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher
Foto’s: Luc Percival (Maaike), eigen archief (Steyn)


Dit verhaal verscheen eerder in Support Magazine.