Voor het tweede jaar op rij begint voor atlete Kimberly Alkemade (30) een paralympisch jaar. De Paralympische Spelen gingen in 2020 niet door, dit jaar wil ze, net als de andere sporters van TeamNL, wél naar Tokio. Voordeel bij een nadeel: door dat jaartje extra volgt ze nu écht haar eigen route.
Tekst: Robin Wubben, foto’s: Mathilde Dusol
De weg die Kimberly tot nu toe heeft gevolgd, is al verre van standaard. Geen tiener die sport wel leuk vindt, gaat hardlopen, talent blijkt te hebben en the rest is history. Nee. Haar verhaal begint in de zomer van 1998. Tijdens de reis naar vakantie in Spanje rijdt de buschauffeur in op een file. Kimberly’s moeder overleeft het ongeluk niet, haar vader en twee broers zijn lichtgewond, Kimberly is zwaargewond en verliest door het ongeluk haar linkeronderbeen. Dat ze het wel overleeft, dankt ze aan de medisch specialisten in het Franse ziekenhuis.
Wie weet dat Kimberly als para-atlete inmiddels twee medailles op de wereldkampioenschappen om haar nek heeft hangen, zal het verhaal wellicht in zijn hoofd al verder invullen: o, ze revalideert, krijgt een blade, gaat hardlopen en – alweer: the rest is history. Nee. Ook dat is te kort door de bocht.
Want Kimberly gaat gewoon naar de middelbare school, gaat studeren en gaat aan de slag als persoonlijk woonbegeleider in de gehandicaptenzorg. Niks geen topsport dus. Pas als ze in 2017 – Kimberly is dan dus al 27 jaar – in contact komt met prothesemaker Frank Jol, gaat de sportwereld voor haar open. Ze krijgt een tweedehands blade en moet maar eens gaan kijken wat voor sport bij haar past. “Ik dacht altijd dat blades echt voor topsporters waren, heb me nooit verdiept in sporten”, blikt Kimberly terug. “Nu ging ik hardlopen, voor het eerst in bijna 19 jaar, leerde volleyballen en werd sowieso beweeglijker. Ik voelde me fysiek fitter en ook mentaal was ik sterker. Ineens interesseerde het me ook niet meer wat de buitenwereld van mijn been vond. Ik liet mijn prothese niet meer afwerken tot een normaal been; iedereen mocht het zien. Ik loop er nu trots mee rond.”
Talentdag
Met die eerste stapjes in de sport gaat ze eind 2017 naar de paralympische talentdag van NOC*NSF op Papendal. Ze gaat volledig voor snowboarden – tot dan toe haar grote sportieve passie – maar wordt gescout door atletiekbondscoach Arno Mul. “Ik werkte op dat moment al zo’n drie jaar in de gehandicaptenzorg, maar merkte dat ik meer wilde. Ik wilde mensen actiever begeleiden”, vertelt ze. “Dat plan heb ik nog steeds, maar ik wil eerst het maximale uit mezelf halen, om daarna anderen te helpen het beste uit zichzelf te halen. Als topsporter wil ik dan ook laten zien wat er allemaal wél kan.” En dus besluit ze te stoppen met haar werk in de zorg en fulltime atlete te worden.
Tot begin 2020 doet ze dat op nationaal trainingscentrum Papendal, bij de nationale selectie. Kimberly merkt echter dat zij ‘iets anders’ nodig heeft. “Ik heb al een heel leven achter de rug, maar qua atletiek ben ik nog de beginner, dus moet ik echt goed kijken naar wat voor mij werkt. Op Papendal draaide het echt om bepaalde prestaties en medailles. Dat is logisch, maar het is niet wat ik nodig heb. Ik heb een andere filosofie nodig, niet een schema dat een hele groep volgt. En dat heb ik nu gevonden.” Na een korte periode bij Team Para Atletiek in Amsterdam traint Kimberly nu bij Atletiekvereniging Prins Hendrik in Vught. Met trainer Joep Janssen op de baan en de Britse coach Keith Antoine – ervaren met paralympische én Olympische atleten – als kapitein op haar schip. “En dat werkt fantastisch”, zegt ze met een grote lach. “Natuurlijk was het in het begin spannend, maar het werkt. Zonder stress, op tien minuten van huis, kan ik me helemaal focussen op de sport. Keith bepaalt wat nodig is voor goede prestaties, hij is echt gespecialiseerd in de sprint, heeft ervaring met bekende paralympische atleten. Samen met Joep maakt hij het programma en Joep koppelt weer terug wat ik op trainingen doe. Zo hebben we een topteam.”
Parijs 2024
“Ja, het is een geluk bij een ongeluk dat ik deze stap door het uitstel van de Spelen al vóór Tokio 2021 heb kunnen zetten”, erkent in Den Bosch wonende atlete. “Als de Spelen gewoon vorig jaar waren geweest, had ik de stap ook gezet, maar dan pas later. Nu kan ik op mijn eigen manier toewerken naar de Spelen. Ik focus op wat écht nodig is om daar goed te lopen. Ik ga voor het maximale in Tokio, maar niet all out. Ik wil na Tokio niet mentaal opgebrand zijn. Omdat ik pas zo’n drie, vier jaar topsport doe, werk ik nog aan de basis. Ik moet het rustig opbouwen, niet nu een enorm grote stap willen zetten. Ik wil in Tokio op mijn best zijn, maar pas over drie jaar, op de Spelen in Parijs, wil ik op mijn állerbest zijn. Dat is nu het plan”
Volgens Kimberly is de weg naar succes er een van vallen en opstaan. “Niet alles lukt”, erkent ze. “Natuurlijk is het als topsporter makkelijk om er maar een mooi verhaaltje van te maken, maar ik probeer eerlijk en puur te zijn. Ik laat mijn twijfels zien, laat zien dat ik ook kwetsbaar ben. Ik ben dan wel 30 jaar, maar ben sportief gezien nog een jonkie. Ik weet ook niet alles, leer nog elke dag bij. Als je me vier jaar geleden had gezegd dat ik nu fulltime topsporter zou zijn, had ik het niet geloofd. Maar ik kan me inmiddels geen leven zonder sport voorstellen. Als ik zie wat ik de afgelopen jaren fysiek en mentaal over mezelf heb geleerd, hoeveel sterker ik ben; dat is enorm. Zo’n ervaring gun ik iedereen.”
Dit verhaal is eerder verschenen in Support Magazine.