Ze werpt haar speer verder dan dit hele seizoen en wordt zesde van de wereld. ‘Ik mag niet klagen’, begint en eindigt Noëlle Roorda (23) ons gesprek, maar: ‘Ik vind het niet leuk om anderen te zien winnen.’ De tranen zitten dicht onder de oppervlakte. Niet vanwege het resultaat: ‘Dit voelt als een afsluiting van een heel moeilijke periode.’
2021 was het jaar van haar doorbraak. Ze werd Europees kampioen en veroverde zilver op de Paralympische Spelen. Die successen zorgen ervoor dat ze meer wil, dat ze een volgende stap wil zetten. Bij Noëlle gaat dat in het extreme. Zonder in heel specifieke details te treden, zegt ze: ‘In topsport gaat het om de kleinste details. Niet alleen hard trainen, maar ook alles eromheen. Goed voor jezelf zorgen, gezond eten, op tijd naar bed. En dat is bij mij een beetje uit de hand gelopen. In korte tijd ben ik onder andere veel gewicht kwijtgeraakt. En daardoor dus ook kracht. Allebei heb ik nodig bij het speerwerpen.’
Weinig verwachtingen
Door die periode en met een rugblessure eroverheen, kan Noëlle in die anderhalf jaar niet veel werpen. Pas de laatste drie maanden lukt het weer om goed te trainen én goed voor zichzelf te zorgen. ‘Ik heb met mijn coach Guido Bonsen afgesproken dat ik niet ontevreden mocht zijn, wat er hier ook zou gebeuren. Ik ging met weinig verwachtingen naar Parijs, had geen idee wat er hier mogelijk was. En toch was ik vooraf bang dat ik teleur zou stellen.’
‘Bij de eerste worp stonden de tranen in mijn ogen, zo spannend vond ik het. Ik was zo bang om te zien wat ik kon, wat mijn niveau was. Ik was bezig mezelf moed in te praten, nou ja, het was meer schreeuwen. Na twee, drie worpen had ik mijn rust wel gevonden. Al kwamen na de laatste worp toch de tranen.’
Aan de rand van de baan knuffelt ze met haar coach. Ze praten even over de afgelopen maanden, hoe die periode was en dat ze niet ontevreden mochten zijn. Noëlle: ‘Ik begon gelijk te huilen. Geen tranen van ontevredenheid, maar meer opluchting. De afgelopen anderhalf jaar waren zo’n gevecht; er viel echt iets van me af. Ik heb hard gestreden en heb er alles aan gedaan om weer terug te komen. En dit is het resultaat.’
‘Nu weet ik wat ik kan en daar kan ik verder mee. Ondanks dat hoop je als topsporter altijd op meer. Qua afstand was dit het gewoon, meer zat er niet in. Maar ik blijf atleet, blijf fanatiek en wil altijd winnen. Als ik er een nachtje over heb geslapen, ben ik vast al meer tevreden dan nu.’
Plan maken
Op weg naar volgend jaar, naar de Paralympische Spelen, gaat Noëlle met Guido terug naar de tekentafel. En gaan ze een plan maken. Hoe gaat ze ervoor zorgen dat het niet weer ‘te’ wordt? ‘Ik heb afgelopen winter gemerkt dat ‘te’ me niet heeft geholpen. En dat wil ik nooit meer meemaken. Ik sta nu sterker aan de start en dat levert anderhalve meter extra op’, zegt ze met enige trots.
‘Ik wilde hier mijn zilveren medaille van Tokio bevestigen, wilde het nog een keer doen. Dat is niet gelukt met een zesde plek, maar ik heb wel mijn talent voor speerwerpen laten zien. Ik heb de afgelopen maanden best wat klappen gehad. Maar ik sta op een WK, in het oranje, werp verder dan het hele seizoen. Met in mijn achterhoofd alles wat er gebeurd is; nee, dan mag je niet klagen.’
Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher
Foto’s 1+2: Mathilde Dusol