[522 woorden – 2:36 min] Stel: je bent nummer twee van Europa. Nummer elf van de wereld. En je hoort dat jouw sport in 2020 haar paralympische debuut gaat maken. Precies. Dan ben je blij en ga je er alles aan doen om je te kwalificeren. Zo niet parabadmintonner Jordy Brouwer von Gonzenbach (34). Nog voor het kwalificatietraject richting Tokio 2020 begint, trekt hij de stekker uit zijn eigen kansen.

“Natuurlijk had ik de droom om in Tokio in actie te komen op de Paralympische Spelen. Maar dan moet ik wel het idee hebben dat ik daar iets kan bereiken. Met name in Azië stijgt het niveau op dit moment ontzettend hard; ze trainen daar fulltime. Ik doe het naast een werkweek van veertig uur. Ik zou best fulltime willen gaan trainen, maar dat zit er niet in.”

“Als ik nu zie dat de nummer één van Europa (de Brit Martin Rooke, nummer 4 van de wereldranglijst, red.) met ruime cijfers van de Aziatische toppers kan verliezen, snap je wel dat de afstand die ik tot de top heb, nóg groter is. Ik heb geen zin om nog drie jaar hard te trainen, terwijl ik weet dat de kans op een goed resultaat in Tokio nul is. Dan houd ik de eer aan mezelf.”

Foto: Mathilde Dusol

Jordy Brouwer in actie tijdens de EK 2016 (Foto: Mathilde Dusol)

Waar het mis ging?

Bijna drie jaar geleden kregen de parabadmintonners te horen dat hun sport op het programma staat van de Paralympische Spelen in 2020. De vicieuze cirkel waarin de sport zich toen bevond, is nog niet doorbroken. Sponsoren willen wel, maar Brouwer kan ze geen succesgarantie geven, omdat hij daarvoor meer moet trainen en dus meer geld nodig heeft. En daar heeft hij sponsoren voor nodig. Zo begint het cirkeltje weer opnieuw.

Geen plan
Brouwer: “Al toen bekend werd dat badminton in Tokio op het programma zou staan, heb ik aangegeven dat er dingen moesten gaan veranderen. Betere trainingen, betere coaching, betere samenwerking met onze persoonlijke trainers. Maar er is nog altijd geen samenwerking, er is geen plan, geen doel om naartoe te werken.”

Ik vrees dat 2020 voor het Nederlandse parabadminton te vroeg komt. Hopelijk wordt het richting 2024 beter

Crisis
Wat zeker niet heeft geholpen, is de bestuurscrisis die de Nederlandse badmintonbond al heel 2017 in zijn greep houdt. Daardoor ontbreekt de slagvaardigheid om ook maar iets te veranderen. Er waren volgens Brouwer wel toezeggingen, maar er is niks gebeurd: “Heel simpel: we staan op hetzelfde punt als drie jaar geleden. De parabadmintonorganisatie is nog niet klaar voor de volgende stap.”

Zwaar besluit
De beslissing om de paralympische droom vaarwel te zeggen, valt Jordy zwaar. Mijn doel voor dit jaar was goed presteren op de wereldkampioenschappen én mijn ranking van een jaar geleden bewijzen (toen bezette hij de zesde plaats op de wereldranglijst, red.). Maar omdat er niks veranderd is, gaat dat niet meer. Dus speel ik ook niet op de WK. Die beslissing heb ik in augustus al genomen.”

Brouwer met voormalig bondscoach Annie van Daal (rechts) en huidig interim-coach Stinne Rasmussen – (Foto: Mathilde Dusol)

Parijs 2024
Helemaal stoppen doet Brouwer nog niet. Op de Europese kampioenschappen van volgend jaar wil hij zijn zilveren medaille gaan verdedigen. “En ik zal nog wel wat andere internationale toernooien spelen. Daarnaast wil ik blijven bijdragen aan de promotie van de sport. Maar de Paralympische Spelen; dat zit er niet meer in.”

Hij concludeert: “Ik sluit de route naar Tokio niet af omdat ik de sport niet meer leuk vind, maar omdat een goede prestatie daar voor mij niet haalbaar is. Ik vrees dat 2020 voor het Nederlandse parabadminton te vroeg komt. Hopelijk wordt het richting 2024 beter.”

>>> LEES OOK Longread Parabadminton op weg naar Tokio 2020 (waarvoor ik een jaar geleden sprak met Jordy, bondscoach Annie van Daal en Megan Hollander.