Wie haar op Instagram of Tiktok opzoekt, ziet Enya van Egmond (23) workouts doen in de gym, een handstand maken in een park of doodleuk in een spagaat op een bankje zitten. Typische fitgirl, zou je denken. Niets is minder waar.

Foto’s: Mathilde Dusol

Na een paar filmpjes valt het je op: Enya mist haar linkerhand. Vooral de foto’s met haar handprothese geven dat weg overigens… En ze heeft ook een beenprothese. Klopt. Enya werd geboren zonder linkerhand en -voet. Ze deed jaren aan topsport als snowboardster, maar door blessures is ze daarmee gestopt. Haar nieuwe passie: mensen met een beperking aan het sporten krijgen. Ze doet dat door haar social media te vullen met filmpjes en foto’s van haar sportactiviteiten. “Krachttraining, calistenics, bodyweight, spinnen … Alles waar ik zin in heb en waar ik een uitdaging in zie, probeer ik”, zegt ze. 

Maar los van haar hand en been, wat maakt haar anders dan al die fitgirls? “Ik ben erop gericht om iedereen beter maken, niet mezelf”, vertelt de studente sport en beweging. “Ik haat het om in the picture te staan. Mijn doel is niet om bekend te worden, maar ik doe dit om mijn uiteindelijke doel te bereiken: aan de ene kant meer mensen met een beperking aan het sporten krijgen en anderzijds de acceptatie van sporten met een beperking in de hele maatschappij te vergriten. Want wij zijn niet anders. We kunnen hetzelfde, misschien wel meer.”

Foto: Mathilde Dusol

ROBOTHAND

Dat ze ‘anders’ is, bewijzen ook de vele foto’s en filmpjes met haar robothand: de Bebionic elektrische armprothese. Wie het voor het eerst ziet, zal vol verbazing kijken. De hand beweegt net als een normale hand. Oké, iets houteriger dan, maar het is ook een stukje robot. Hoe werkt het eigenlijk? “Aan de binnenkant van de hand zitten sensoren die verbonden zijn met mijn spieren”, legt Enya uit. “Beweeg ik mijn arm naar binnen, dan sluit mijn hand. Beweeg ik hem naar buiten, opent hij weer. Door al dat soort bewegingen en de knop bovenop de hand, kan ik in totaal zestien verschillende grepen kiezen.” Door de motoren in elke afzonderlijke vinger beweegt en grijpt haar hand op een natuurlijke en gecontroleerde manier. Eten, een tas dragen, haar vinger opsteken of typen; het kan allemaal.

“Ik sport om anderen aan het sporten te krijgen”

ENYA VAN EGMOND

Enya heeft de hand nu ruim anderhalf jaar. “En dat had best sneller gekund”, zucht ze. Waarom het dan zo lang geduurd heeft, laat zich raden: de papierwinkel. Ze vervolgt: “Heel veel onzin. Ik kreeg een heel boekwerk van de verzekering om in te vullen. Met bijvoorbeeld drie A4’tjes vol vragen over mijn amputatie. Terwijl ik die nooit gehad heb! Ik snap dat ze standaardformulieren gebruiken, maar het mag toch wel een beetje op maat zijn? Voor ik mijn bionische hand mocht gaan gebruiken, moest ik ook allerlei trainingen volgen. Nou heb ik vroeger als kind ook een handprothese gehad en blijkbaar verleer je het niet. Dus na drie lessen kon ik het al. Maar nee: ik moest álle sessies volgen, anders moest ik de hand zelf betalen. Verzekeraars doen vaak heel moeilijk over het hoge kostenplaatje, maar als je ze dan geld kunt besparen, willen ze het niet …”

Foto: Mathilde Dusol

FRUSTRATIE

Enya houdt voet bij stuk en de verzekering gaat overstag: ook zonder trainingen wordt de prothese vergoed. Het zijn ook dat soort frustraties waarmee ze anderen nu wil helpen. “Ik heb dat hele proces doorgemaakt. Als ik dan kan uitleggen hoe je dingen makkelijker kunt regelen, doe ik dat graag. Want zo’n proces hóeft helemaal geen drie jaar te duren. Online kan ik mijn verhaal goed delen. Door mijn foto’s en filmpjes weten mensen me te vinden en de online community is heel close. Mensen willen elkaar helpen, omdat we allemaal gek zijn van sport, hogerop willen, maar tegen dezelfde drempels oplopen.”

Dat ze met haar handprothese vaak bekijks trekt – online en op straat – heeft een logische verklaring, zegt Enya. “Weinig mensen hebben zo’n prothese. Hij is een stuk duurder en veel ingewikkelder dan bijvoorbeeld een beenprothese; je moet het echt leren. Daarom redden mensen die een hand missen zich vaak prima zonder. Dat deed ik ook, ik dacht aanvankelijk ook: ik heb zo’n hand niet nodig. Waarom ik hem dan toch heb? Oké, bij het sporten mag ik hem niet gebruiken, daarvoor is hij te kwetsbaar. Maar als ik uit eten ga, kan ik nu gewoon zonder mes en vork eten. En tijdens een avondje stappen val ik net wat minder op. Soms wil ik ook gewoon even normaal zijn.”

Dit verhaal verscheen eerder in Support Magazine.