Ze won in 2008 twee keer paralympisch zilver op de 100 meter en bij het verspringen. Ging met ‘atletiekpensioen’ in 2013, werd moeder van twee kinderen en heeft nu weer een droom: de Paralympische Spelen van 2020. Klinkt als een idioot plan? Voor Annette Roozen – inmiddels 42 jaar – is het een typisch gevalletje ‘de cirkel moet rond’.

In 2020 wil Roozen haar rentree maken op de Paralympische Spelen (archieffoto Beijing 2008: Mathilde Dusol)

Deze week maakt Roozen haar rentree op het internationale podium. Ze werd op de Europese kampioenschappen vierde bij het verspringen. Achter vrouwen, meisjes zelfs, die minimaal 10 en maximaal 25 jaar jonger zijn dan zij. Het maakt niet uit. Ze vindt het fantastisch om weer aan een groot internationaal toernooi mee te doen; alles nog een keer mee te maken. Het is per slot van rekening alweer zes jaar geleden dat ze op de EK stond. “Dat was in 2012, in Stadskanaal. Ik won daar zilver”, kan ze zich herinneren. Sterker: ze kwalificeerde zich voor de Paralympische Spelen in Londen. Alleen: daar kwam ze nooit. Omdat Nederland maar een beperkt aantal startplekken kreeg toegewezen, viel onder andere Roozen af.

In het jaar na de Spelen werd zoon Hugo geboren, voor Roozen haar tweede kindje na dochter Lisa. “Toen vond ik het mooi geweest. Ik had twee kinderen, ik vond het tijd voor iets anders”, blikt ze terug. Ze werkte op dat moment al als journalist bij RTV Utrecht. Toch begon het weer – zoals het cliché luidt – te kriebelen. Zeker toen ze zonder werk kwam te zitten. “Wat dat voor gevoel is? Alsof er iets niet af is, alsof je iets móet doen”, probeert ze het te omschrijven. “Ik wilde weer heel graag heel hard lopen. En ver springen. Natuurlijk twijfelde ik. Mijn sportlijf was na twee bevallingen niet meer zo tiptop. Maar ja, ik dacht: alles is trainbaar.”

“Met twee trainingen in de week en een keer zwemmen kwam ik bovendien al snel in de buurt van de kwalificatielimieten voor Rio 2016, dus dacht ik: als ik er écht werk van ga maken, kan ik misschien wel…”
Wat er precies op die puntjes moet staan? Meedoen op een EK? Een medaille winnen? Harder lopen dan ooit? Naar de Spelen? Vul maar in.

De twijfel over of er nog iets mogelijk was – en zo ja, wat – is in elk geval weg. En dat blijkt terecht. Op de Europese kampioenschappen won ze dit jaar nét geen medaille. Omdat landgenote Fleur Schouten als beste sprong óók 3.77 meter noteert, maar in haar een-na-beste sprong net een paar centimeter verder springt dan Roozen. “Het ging dus niet eens om de beste sprong. Spring ik één centimeter verder, dan win ik brons. Dat had het wel af gemaakt, dat had nog meer vertrouwen gegeven”, zegt ze.

Ik heb nog twee jaar. Ze zegt het tussen neus en lippen door. Twee jaar. Dan is het 2020.

“En technisch heb ik nog veel te winnen. Tijdens mijn ‘atletiekpensioen’ is er op technisch gebied veel veranderd. De blades waarmee er gesprongen wordt, zijn totaal anders dan toen. En daar ben ik nog niet helemaal aan gewend. Technisch spring ik nog als toen, maar dat doe ik met een blade van nu. Ik moet mijn oude techniek afleren en een nieuwe techniek aanleren. Dat kost tijd. Zodra dat helemaal bij elkaar past, kan ik nog beter. Gelukkig heb ik nog twee jaar.”

Archieffoto: Mathilde Dusol (Beijing 2008)

‘Ik heb nog twee jaar.’ Ze zegt het tussen neus en lippen door. Twee jaar. Dan is het 2020. Het jaar van de Paralympische Spelen.

Wil Roozen twaalf jaar na dato … Nee toch? Ze wil toch niet …

Wil ze weer naar de Spelen? “Ja”, is het simpele antwoord. “Ik denk dat het mogelijk is. Oké, wat die meiden springen die hier goud en zilver winnen (4.91 en 4.30 meter, RW), is nog een heel eind weg. Maar ik heb nog twee jaar om dat gat te dichten. Mijn droom is om in Tokio weer mee te doen. Ja, in 2020 ben ik 44 jaar. Maar waarom zou dat niet kunnen?”

Roozen weet beter dan wie ook dat het kan. In 2008 pakte ze op de 100 meter het zilver achter de Mexicaanse Perla Bustamente. Roozen was toen 32 jaar. En Bustamente? Inderdaad. Die was 44.

De cirkel moet rond.