Stel dat ik zélf bovenaan een berg zou staan met een blinddoek voor … Of misschien met een heel, heel, heel klein beetje zicht (maar lang niet genoeg om je te kunnen oriënteren). Zou ik dan naar beneden durven? Niet langzaam, maar met een behoorlijk tempo? No way! Ik zou geen blind vertrouwen hebben in mijn guide, maar alleen maar blinde paniek. Maaike Bennink (41) doet het wel. Hoe dan?

Op dit moment heeft ze twee buddy’s – de officiële term is ‘guide’. Geertje Derksen, 24-voudig Nederlands kampioene, en skileraar Dennis van Klaveren. “Er gaat zóveel tijd in de sport zitten, dat twee buddy’s op dit moment een voordeel is”, legt ze uit. “Veel trainen, veel wedstrijden, veel in het buitenland … Zo’n buddy moet helemaal meegaan in míjn plaatje, moet er alles voor opzij zetten. Het is fijn om nu twee buddy’s te hebben, zodat de tijdsdruk verdeeld kan worden.”

ONAFSCHEIDELIJK

“Zonder buddy kom ik niet beneden”, erkent Maaike. Om er lachend aan toe te voegen: “Nou ja … Ik kom wel beneden, maar niet zoals het hoort.” De twee zijn tijdens wedstrijden en trainingen onafscheidelijk. Maaike neemt me mee door haar wedstrijdvoorbereiding. 

“Als we op nieuw terrein zijn, nemen ze me overal in mee. In het hotel, in mijn kamer, tot aan het diner toe. En natuurlijk op de skipiste. Moeten we in een gondeltje naar boven? Zij hangen de ski’s aan de buitenkant van de gondel en halen ze er boven ook weer af. Als ik dat zelf zou doen, zou ik wel eens met de verkeerde ski’s weg kunnen lopen of mis kunnen grijpen. Het enige dat ik in zo’n gondel moet doen, is boven uitstappen en blijven staan. Zij pakken mijn hand, nemen me mee naar waar ik me om moet kleden.”

ANTICIPEREN

“Ben ik omgekleed, nemen ze me bij de hand mee naar de lift. Leggen uit wat voor lift het is: een lopende band, een sleeplift, een ankertje of een stoeltjeslift. Aan welke kant moet ik instappen, aan welke kant moet ik er weer uit … Mijn buddy zit altijd achter me in de lift. Mocht ik er uitvallen, kunnen zij daarop anticiperen. En ze tellen af wanneer ik uit moet stappen, vertellen hoe de piste er daar uitziet, of het steil is of niet.”

Foto: Klaus Althuber

“Bovenaan de piste beschrijven ze de berg. Hoe loopt ‘ie naar beneden, is het steil, zitten er vlakkere overgangen in, wordt het daarna weer steil, wat is de conditie van de piste, is het ijs of losse sneeuw. We staan in contact met een keelmicrofoontje en een oortje. Als we eenmaal skiën, volg ik ze blindelings. Ze geven puur commando’s die ik uit moet voeren: links, rechts, welke combinaties zijn er in een slalom, wat moet ik doen. Korte commando’s. Ze zijn constant aan het praten. Moet ik ineens een rare bocht maken omdat er bijvoorbeeld voor ons iemand gevallen is, leggen ze niet uit waarom we de bocht zo maken. Die informatie heb ik niet nodig.”

COMMANDO’S

“Ik zet mijn bochten in op basis van het commando én het inzetten van de bocht van mijn buddy. Soms merk ik dat de afstand tussen ons vergroot, of dat we dichter op elkaar zitten. Dat geef ik dan aan: sneller of langzamer … Wat we komend jaar ook gaan doen, is dat ik ga aangeven waar ik in de bocht zit. Zodat we nóg beter op elkaar in kunnen spelen. Afhankelijk van het onderdeel dat we doen, mag er een bepaalde afstand tussen ons zitten. Zitten we te ver van elkaar, worden we gediskwalificeerd.”

“Skiën voelt voor mij als vrijheid. We doen alles samen, maar ik moet het vooral ook zélf doen. Als ik een klotedag heb, kan mijn buddy nog zo goed skiën, maar wordt het niks. We zitten niet vast aan elkaar. En juist dat – én het buiten zijn – geven mij dat gevoel van vrijheid.”

Check ook het filmpje ‘Door de ogen van’, waarin Maaike uitlegt wat skiën voor haar betekent. Gemaakt op initiatief van Maaikes hoofdsponsor Bartiméus fonds.