Ze won vorig jaar achttien toernooien. Tien in het enkelspel, acht in het dubbelspel. En dan tellen we de World Team Cup, die ze met het Nederlands team won, nog niet eens mee. Ze speelde 47 wedstrijden, waarvan ze er slechts vier verloor. Ze won zes grandslamtitels, eerlijk verdeeld over enkel- en dubbelspel. En sinds juni staat ze onafgebroken én inmiddels met ruime voorsprong aan kop van de wereldranglijst.

Laat deze cijfers even op je inwerken. En bedenk dan dat Diede de Groot pas 22 jaar is.

Met gevoel voor understatement blikt De Groot terug op haar 2018: “Ik kan niet anders zeggen dan dat het heel succesvol was.” Tegelijkertijd geeft ze aan dat het een druk en drukvoljaar was. Omdat de Dikke Van Dale geen definitie geeft van drukvol – het woord bestaat officieel niet – legt ze uit: “Er kwam heel veel op me af. De druk lag volledig bij mij. Ik ben natuurlijk niet meer nieuw in het rolstoeltenniswereldje, maar heel veel dingen heb ik dit jaar voor het eerst meegemaakt. Ik won voor het eerst de Australian Open, ik werd nummer 1 na Roland Garros, terwijl ik dat toernooi níet won, ik verdedigde voor het eerst een grandslamtitel op Wimbledon, won voor het eerst de US Open, verdedigde voor het eerst mijn wereldtitel tijdens de Masters … Het jaar ervoor was alles wat ik presteerde goed, lag er nog niet echt druk op. Nu werd er ineens van alles van me verwacht.”

Misschien wel het moeilijkste toernooi van het jaar voor De Groot was Wimbledon. Daar was ze voor het eerst grandslamtitelverdediger. “Het voelde weer nieuw”, legt ze uit. “En ik was heel zenuwachtig. Dan kun je gaan denken: vorig jaar heb ik hier gewonnen, dus moet ik toch minimaal de eerste ronde doorkomen. Of: ik heb mijn tegenstandster vorig jaar verslagen, dus moet dat nu weer. Allemaal gedachten die je helemaal niet gaan helpen. Die gedachten waren nieuw voor me. Wat ik toen geleerd heb, is dat alle gedachten die niet over het spel, over het tennis of over die dag gaan, me alleen maar in de weg zitten.”

Lees verder onder de foto …

Foto: Mathilde Dusol

“De buitenwereld heeft vaak het beeld – zeker als je nummer 1 van de wereld bent – dat ik al die toernooien zomaar even win”, zegt De Groot. “Als je mijn cijfers ziet, snap ik dat mensen dat denken, maar ik werk er keihard voor. En het gaat niet vanzelf. Van de 47 wedstrijden ben ik er zeker 35 heel erg zenuwachtig geweest.” Toch kan ze die zenuwen steeds beter een plekje geven. Hoe? Door erover te praten. Ze vertelt: “Het helpt enorm om gewoon te zeggen: ja, ik ben zenuwachtig. Dan kan ik het een plekje geven. In de voorbereiding op een wedstrijd bespreek ik met mijn coach Amanda Hopmans mijn wedstrijdplan, maar ze vraagt nu ook standaard of ik zenuwachtig ben. En door dan ‘ja’ te zeggen, voel ik al dat ik een stuk rustiger word.”

Zenuwachtig door de druk die je jezelf oplegt. En door de druk die anderen je opleggen. Het is een gegeven waar een nummer 1 van de wereld mee om moet gaan. “Tot dit jaar had ik altijd iemand boven me, iemand om op te jagen. Ik heb altijd naar de tegenstanders boven me gekeken wat zij deden, wat er in onderlinge wedstrijden gebeurde en waar ik aan moest werken”, erkent De Groot. “En dat ben ik nu kwijt. Nu ik nummer 1 ben, heb ik niemand meer boven me. Ik heb geen duidelijk ijkpunt meer om naartoe te werken; ik moet mezelf uitdagen. Met het spel dat ik nu heb, kan ik iedereen verslaan. Ik jaag zelf niet meer; er wórdt op me gejaagd. Het is een andere mindset. En die is een stuk moeilijker.”

EIGEN WEG

Ondanks dat het moeilijker is, wil ze haar positie aan kop niet kwijt. Nummer 1 zijn is leuk. De Groot: “Het is een beloning voor al het werk dat ik erin heb gestoken. En vooral ook een beloning voor de eigen weg die ik gezocht heb om de top te bereiken. We zijn als Nederland heel succesvol in het rolstoeltennis, dus is het heel makkelijk om gewoon mee te gaan op de weg die anderen gaan. Maar dat werkte voor mij niet. Dus ben ik heel bewust mijn eigen programma gaan bepalen, heb ik bepaalde toernooien bewust laten schieten, ben ik eigen trainingsdoelen gaan stellen. Als je daar een weg in vindt en dat beloond wordt met de koppositie op de wereldranglijst, is dat prachtig.”

Die eigen weg van De Groot zit ’m in de details. Een dagje eerder naar een toernooi, zodat ze beter aan de omstandigheden kan wennen. Ruim voor een wedstrijd inspelen, zodat ze daarna tijd heeft om tot rust te komen en de wedstrijd voor te bespreken met haar coach. Elke keuze maakt ze bewust: “Ik vind het heel gezellig om met andere spelers uit eten te gaan, maar niet altijd. Om goed te presteren, heb ik het ook nodig om dingen in m’n eentje te doen. Soms vinden anderen dat misschien wel saai. Maar sport staat op 1. Daarvoor ben ik op een toernooi.”

Lees verder onder de foto …

Foto: Mathilde Dusol

Haar eigen weg kiezen. Tijdens toernooien, in trainingen, in het leven rond de sport. Het is in grote lijnen het geheim van het succes in 2018. “Ik keek voorheen nog wel eens naar wat anderen deden”, legt ze uit. “Afgelopen jaar koos ik meer en meer mijn eigen weg. Ik weet ook beter wat ik wil en nodig heb. Door het rolstoeltennis heb ik mezelf veel beter leren kennen. Ik was een paar jaar terug wat verlegen en ingetogen. En nu vind ik het belangrijk om mezelf te laten zien, mijn verhaal goed te vertellen. Ik kan beter met de aandacht omgaan, weet hoe ik vragen moet beantwoorden.”

Omgaan met aandacht wordt ook in het rolstoeltennis steeds belangrijker. De Groot had afgelopen jaar een flink aantal mediaoptredens, in kranten en op televisie. En begin december had ze in thuisstad Alphen aan den Rijn zelfs een ‘Diede de Groot Fandag’. Dat soort momenten is belangrijk, vindt ze zelf: “Ik heb vroeger zelf ervaren hoe leuk en belangrijk het is om anderen te zien sporten. Toen ik mijn eerste rolstoeltennisles had, heb ik een uur lang aan de kant naar die rolstoel zitten kijken. Ik dacht alleen maar: daar ga ik niet in! Een week later heb ik het toch gedaan en vond ik het gelijk leuk. Dat is het belangrijkste: je moet laten zien hoe leuk het is. En dat enthousiasme is ook belangrijk voor de sport. Er moet ook een volgende generatie komen. Door andere mensen rolstoeltennis te laten ervaren, begin je daar wel aan.”

UITDAGINGEN

Zo aan het begin van het jaar blikt De Groot ook even vooruit. “Als je 2018 bekijkt, heb ik heel veel bereikt. Veel mooie toernooien gewonnen, maar vooral mijn persoonlijke groei vind ik heel belangrijk. Ik heb er vorig jaar alles uitgehaald. Het belangrijkste voor 2019 is om niet naar vorig jaar te kijken. Natuurlijk wil ik wel het vertrouwen meenemen, maar ik wil niet kijken naar resultaten of gewonnen toernooien. Nummer 1 blijven is dus ook geen doel op zich. Als iemand mij voorbijkomt, is dat zo. Dan moet ik zorgen dat ik zelf weer een weg vind om nog beter te worden.”