Op 29 juli 1948, vandaag precies 75 jaar geleden, werden de Olympische Spelen in Londen geopend. Op dezelfde dag organiseerde Ludwig Guttmann de eerste Stoke Mandeville Games. Een sportwedstrijd voor patiënten van het Stoke Mandeville Hospital. Vier jaar later werden de Spelen voor het eerst internationaal. Dankzij drie Nederlanders.
Na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat de revalidatiemethoden in het buitenland – met name Amerika en Engeland – enorm verbeterd zijn. Omdat Nederland daarin dus een inhaalslag te maken heeft, worden Nederlandse masseurs, artsen en verplegend personeel naar Engeland gestuurd om daar hun licht op te steken. Een ontmoeting met Ludwig Guttmann, die het nut van sportbeoefening in het revalidatieproces had bewezen, kon niet uitblijven.
En die ontmoeting komt er ook, wanneer revalidatiearts Johannes van Gogh in 1952 naar het jaarlijkse congres van de World Veterans Foundation (WVF) in Parijs gaat. Bij thuiskomst heeft Van Gogh een uitnodiging van Guttmann op zak om met een viertal patiënten van herstellingsoord (later militair revalidatiecentrum, red) Aardenburg in Doorn aan de eerstvolgende Stoke Mandeville Games mee te doen. En dus wordt er vanaf dat moment gesport op Aardenburg, onder de bezielende leiding van sportinstructeur Jan Tromp.
Pijl en boog
Het doel is om vier boogschutters naar Stoke Mandeville te sturen. De WVF ondersteunt de uitnodiging van Guttmann door de reiskosten op zich te nemen. Gewapend met pijl en boog maakten de vier de overtocht van Rotterdam naar Londen, aan boord van een stoomschip van de Batavierlijn.
De vier sporters zijn Arie Prins, Frits van Ommen, Gérard van Opdorp en Rinus Hoogendoorn. Prins is een van de pioniers in de Nederlandse gehandicaptensport; hij richt de eerste sportclub voor mensen in een rolstoel op: De Rollende Leeuwen. De beste schutter van Aardenburg, Teun Hogewoning, moet zijn plaats in het team door ziekte afstaan. In 1953 is hij er wel bij.
Hoopgevend
‘Ons eerste internationale optreden op het gebied van sport voor gehandicapten bleek hoopgevend. Men behoorde weliswaar niet tot de beste, maar zeker niet tot de allerslechtsten. Het was imponerend om enige honderden invaliden, gezeten in rolstoelen, met volle inzet van hun krachten en met geestdrift, elkaar op een uiterst sportieve wijze te zien bekampen’, aldus een citaat uit de verslaglegging van deze eerste International Stoke Mandeville Games.
Tekst: Robin Wubben
Foto: Gérard van Opdorp, Rinus Hoogendoorn, Frits van Ommen en Arie Prins (v.l.n.r.) op de Stoke Mandeville Games van 1952 (foto: Edward G. Malindine/Topical Press Agency/Hulton Archive/Getty Images)
Over ParaHistorie
Wie zijn eigen geschiedenis niet kent, heeft ook geen toekomst. Die wijsheid kreeg ik mee van Delphine van Opdorp, de eerste Nederlandse paralympisch kampioen, toen ik haar in 2018 sprak. In de serie ParaHistorie duik ik in de geschiedenis van de (Nederlandse) paralympische sport, met regelmatig een opvallend, interessant of ludiek verhaal.