‘Parijs is nog ver’, zei wielrenner Joop Zoetemelk ooit tijdens de Tour de France. Maar voor de paralympische sporters is Parijs niet meer zo ver als het normaal zou zijn. De Paralympische Spelen in Tokio liggen net achter ons, de volgende Spelen zijn door het corona-uitstel ‘al’ binnen drie jaar in de Franse hoofdstad.
Tekst: Robin Wubben
Foto’s: Mathilde Dusol
Hoe hebben drie talentvolle sporters die er in Tokio niet bij waren, naar de Paralympische Spelen gekeken? Heeft het ze extra gemotiveerd om nog harder te werken voor hun paralympische droom? Ze zagen collega-sporters medailles winnen, boven zichzelf uitstijgen of juist teleurgesteld naar huis komen, omdat die gedroomde prestatie er niet kwam. Aan het woord badmintonster Sophie van den Broek (19 jaar), zwemster Florianne Bultje (23 jaar) en triatleet Brendan Bisschof (30 jaar). Zien we ze terug in Parijs?
‘Ik heb wel een traantje gelaten’
Florianne Bultje (foto boven en rechts) voldeed nét niet aan de kwalificatie-eisen voor de Paralympische Spelen in Tokio. Zenuwen speelden haar bij het laatste kwalificatiemoment parten. ‘We hadden al zolang geen wedstrijden gezwommen, ik wist dat ik de limiet zou kunnen halen, maar het móest op dat moment gebeuren. Dat werd me te veel’, blikt ze terug. ‘Natuurlijk heb ik daarvan gebaald, maar inmiddels heeft het me vooral enorm gemotiveerd om er over drie jaar in Parijs wél bij te zijn.’
Ze zag via de livestreams op Youtube heel veel van de zwemwedstrijden in Tokio. De Nederlandse zwemmers veroverden in totaal vijf keer goud, zes keer zilver en zes keer brons. ‘Ik was heel erg onder de indruk van wat Chantalle Zijderveld heeft gedaan. Zij won twee gouden, een zilveren en twee bronzen medailles. Zij is voor mij echt de ultieme topsporter. Ze is echt iemand tegen wie ik opkijk, ik wil zijn zoals zij, wil ook alles geven voor de sport. Maar ik heb veel meer contact met bijvoorbeeld Rogier Dorsman, die drie keer goud won. Ik ken hem al heel lang, we eten af en toe samen, ik heb echt wel een paar traantjes gelaten toen hij zijn medailles kreeg.’
Door wat ze van Tokio heeft gezien, is Florianne nog meer gebrand er in 2024 in Parijs bij te zijn: ‘Ik móet dit halen’, lacht ze. ‘Het gevoel dat je op de Spelen staat, dat de hele wereld naar je kijkt, dat je iets doet wat ik leuk vind en iedereen ziet dat; dat lijkt me geweldig. Het is een reëel doel, al is het nog ver weg. Ik moet mijn zenuwen onder bedwang krijgen en keihard blijven trainen; dan is alles mogelijk.’
‘Als ik Parijs haal, is dat mooi meegenomen’
Sophie van den Broek (foto hierboven) heeft van de Paralympische Spelen niet veel live gezien. ‘Gelet op het vroege trainingsschema en de rust die je ook nodig hebt, heb ik helaas niet veel kunnen zien’, lacht ze. ‘Ik train al om zeven uur en ik ben net aan het eerste jaar van het HBO Sportkunde begonnen. Mijn studie begon ook precies tijdens de Spelen. Maar ik heb uiteraard elke morgen wel even gekeken wat er gebeurd was. En ik heb de rolstoelbasketbalwedstrijden die live op tv waren wel gekeken.’
Haar sport badminton stond voor het eerst op het programma tijdens de Paralympische Spelen. De Nederlandse Megan Hollander kende een moeizame voorbereiding vol blessures, maar stond uiteindelijk wel in Tokio. ‘Het deed me best wat om het proces van Megan te volgen. Daardoor besef ik nu ook dat je droom door een blessure ineens uit elkaar kan vallen. Ik schrok er wel van dat zoiets kan gebeuren, zonder dat je er echt iets aan kunt doen. Het was heel tof dat badminton nu op het paralympisch programma staat, dat geeft zeker extra energie.’
Sophie maakt sinds begin dit jaar deel uit van de nationale selectie. Hoe reëel is het dat we haar over drie jaar in Parijs gaan zien? ‘Mijn hoofddoel zijn pas de Paralympische Spelen in 2028, in Los Angeles’, zegt ze. ‘Als ik Parijs haal, is dat mooi meegenomen. Het zou fantastisch zijn, er is een kansje, maar het zal echt aan mijn ontwikkeling liggen of het lukt. Badminton is een echte ervaringssport, je moet jaren trainen voor je op het hoogste niveau mee kunt komen. Ik speel nu pas vijf jaar. Ik moet eerst zoveel mogelijk wedstrijden spelen, toernooien meemaken en heel veel trainen. Als ik daardoor naar Parijs kan, is dat geweldig.’
‘Mijn route loopt naar Los Angeles’
Via de verschillende online livestreams heeft Brendan Bischoff (foto hierboven) de Paralympische Spelen zoveel mogelijk gevolgd. Niet alleen zijn eigen sport, maar ook de successen bij onder andere het zwemmen, rolstoelbasketbal en wielrennen. ‘Helaas heb ik de rolstoelbasketbalfinale gemist, omdat ik parcoursverkenning had voor de WK Long Distance in Almere’, zegt hij. ‘De triatlon heb ik zonder geluid gekeken, omdat je constant een irritante piep hoorde. Ik vond het enorm spannend. Je hebt bepaalde verwachtingen, maakt voor jezelf al een soort uitslag. Omdat ik zelf weet wat de sport is, kijk ik er totaal anders naar dan voorheen. Nu keek ik ook tactisch naar wat er gebeurde. Dat Jetze Plat zou winnen, had ik vooraf wel bedacht. Maar het zag er zó makkelijk uit.’
‘De Spelen in Tokio motiveren me om door te gaan zoals ik nu bezig ben. Als het een dag niet gaat, is er altijd een volgende training’, vervolgt hij. ‘Bij Jetze gaat het ook niet altijd goed. Dus bij mij ook niet.’ Hoewel Parijs nog drie jaar weg is, ziet Brendan geen plek voor zichzelf op die Spelen. ‘Jetze en Geert Schipper zijn van buitencategorie. Je hebt wereldtop en zij staan daar nog boven. En zij gaan zeker tot Parijs door. Ik zal een van die twee van hun plekje moeten stoten en dat wordt heel moeilijk. Dus ik ben nu al met Los Angeles 2028 bezig. Ik heb zo’n groot doel nodig, zodat ik ook de weg ernaartoe kan invullen.’
Dit verhaal verscheen eerder in Support Magazine.