Prinses Margriet is sinds 1980 betrokken bij de paralympische sport. In dat jaar werden de Paralympische Spelen gehouden in Arnhem, de prinses werd als bestuurder van het Rode Kruis betrokken bij de organisatie. Sindsdien is ze volgster en vooral ook liefhebster.

Wie prinses Margriet hoort praten over de paralympische sport, weet meteen: haar functie in dat bestuur is geen inhoudsloos erebaantje. Nee, ze is een bevlogen volgster en liefhebster van de paralympische sport. Dat blijkt ook wel in Pyeongchang, waar ze in het Paralympisch Dorp een bordje bordcurling speelt met het Nederlands team. “Wat ik overigens glansrijk verloren heb”, zegt ze er voor de volledigheid bij.

Het contact tussen sporters en prinses is normaal en spontaan. Logisch ook, want ze zien elkaar veel vaker dan eens in de vier jaar. Trainingen in Nederland, internationale toernooien en WK’s, prinses Margriet is er regelmatig te vinden. Onderaan de ski- en snowboardpiste heeft ze dan ook een luisterend oor of zelfs schouder om op uit te huilen voor iedereen. “Ja, soms heb ik een beetje een moederrol”, vertelt prinses Margriet. “Ik zie de sporters vaak eerder dan ze hun vader of moeder zien. En ja, als je dan naar beneden komt en onderweg valt, heb je een arm om je heen nodig. Dat gaat bij mij automatisch. Tranen van vreugde of verdriet, dat is wat de sport zo mooi maakt. Het zit hier zo dicht bij elkaar.”

Emoties
De emoties zijn sowieso wat de prinses blijft motiveren. “Wat mij het meest inspireert, dat zijn de sporters. Hun kracht, optimisme en doorzettingsvermogen.” In 2005 trad ze toe tot het erebestuur van het Internationaal Paralympisch Comité (IPC). En in die rol mag ze met regelmaat medailles uitreiken. “Dat klinkt misschien als iets heel normaals, maar het blijft me toch ontroeren. Als je ziet dat een sporter die gewonnen heeft enorm uit zijn dak gaat en ongekend blij is met zijn prestatie, dan raakt me dat.”

Lees verder onder de foto.

Prinses Margriet op bezoek in het Paralympisch Dorp

Foto: Mathilde Dusol

Groei
Al 38 jaar is prinses Margriet bij de sport betrokken, hoe heeft ze die in de loop der jaren zien veranderen? Ze vertelt daarover: “In 1980 werd paralympische sport nog zielig gevonden. Als ik de Spelen van toen en nu vergelijk, is alles veel professioneler. Veel meer sporten, veel meer landen die meedoen, veel meer deelnemers, het niveau is gigantisch gestegen en de innovatie rond de sporters ook. Eigenlijk is het op geen enkel vlak meer te vergelijken met vroeger.”

Trots
“We hebben als Nederland een voortrekkersrol in de manier waarop we met de paralympische sport omgaan. De sporten zijn stuk voor stuk geïntegreerd bij de sportbonden, ze trainen op Papendal samen met onze Olympische sporters. Dat inspireert enorm, voor alle sporters. En daar mogen we best een beetje trots op zijn.”

Dit verhaal is eerder verschenen in Lopend Vuur, de sportkrant van NOC*NSF.