Voor de zesde keer op rij wonnen de Nederlandse rolstoelbasketbalvrouwen een grote finale. Drie keer Europees kampioen, paralympisch kampioen en nu dus voor de tweede keer wereldkampioen. Mariska Beijer was in al die toernooien sinds 2017 een van de uitblinkers. ‘Dat ik het al zo veel toernooien zo goed doe, is eigenlijk niet normaal’, erkent ze ook zelf.

De ontlading na de finale was groot. Juichen, schreeuwen, knuffelen, tranen van blijdschap. ‘En iedereen zei tegen elkaar: ik ben zo trots op jou, zo trots op ons’, zegt Mariska na een korte laatste nacht in Dubai met een grote glimlach. ‘Nee, dit went nooit. Natuurlijk denkt de buitenwereld wel dat we dit wel “even” gingen doen, maar zo werkt het niet. Het blijft sport. We moeten goed verdedigen, goed aanvallen. Als wij verzaken, winnen we niet. We hebben het al vaak bewezen, maar wat wij al zó lang presteren, ís niet gewoon. We werken hier elke dag keihard voor. Anders lukt dit niet.’ Stoort ze zich aan het gemak waarmee de buitenwereld denkt dat het gaat? ‘Nee joh. Het is het belangrijkste wat wij als groep denken. Wij hadden er vertrouwen in dat dit kon, maar we hebben het ook echt wedstrijd voor wedstrijd bekeken. Stapje voor stapje. Dat het nu weer lukt, dat we zó goed zijn, is ongelofelijk.’

Het team was volgens Mariska sterker dan ooit. Sterker dan in Tokio? ‘Ja’, zegt ze stellig. Kan het nog beter? Opnieuw een overtuigde bevestiging: ‘Maar dat gaat echt om millimeterwerk. De grote stappen hebben we al gezet. Net wat beter vrij rijden, net een betere pass, een beter schot of een betere schijnbeweging. We zijn nooit tevreden, het kan altijd beter. Maar dat zit echt in details.’ De honger naar meer, naar beter, bewijst dat het team nog lang niet verzadigd is. Luiheid en gemakzucht liggen volgens de 31-jarige uit Doorwerth dan ook niet op de loer. ‘Dat gevaar is er pas als je het spelletje niet meer leuk vindt. Maar ik vind de sport nog zo leuk om te doen en om te kijken waar het nog beter kan. Natuurlijk heb ik soms geen zin om te trainen, maar als ik dan weer een bal aanraak, is de zin er wel. Dan wil ik een balletje gooien. Als je dat niet meer hebt, is het klaar. Dan moet je stoppen. Het plezier dat we allemaal in het spelletje hebben, zorgt ook voor de enorme ontlading na de finale.’

Long covid
Wat de ontlading nog groter maakte, is de lastige periode die Mariska de afgelopen jaren had. Eind 2021, kort na paralympisch goud en de Europese titel, werd ze ineens ziek. Snotteren, hoesten, proesten. Een zelftest gaf een duidelijke positieve uitslag: corona. Ondanks haar imponerende voorkomen – type: boomlange spierbundel – vermeed ze al maandenlang elk risico om het virus op te lopen. Mariska heeft astma en, zoals ze het zelf noemt: een ongebalanceerd immuunsysteem. Dus viel ze tijdens de coronatijd onder de risicogroepen. ‘In december testte ik positief en dacht ik: als in eind maart de play-offs van de Bundesliga kan halen, zou dat mooi zijn. Maar al in januari had ik door: dat gaat niet lukken. Ik kon niet eens een warming-up meedoen, laat staan een wedstrijd spelen. Toen sloeg de twijfel wel toe. Hoe zou ik ooit weer fit worden en op mijn oude niveau terugkomen?’

Het lukt door hard te trainen. Of beter gezegd: door hard níet te trainen. Mariska leert wat herstellen en geduld zijn. Tijdens de trainingsstage met het Nederlands team, ruim een half jaar na haar positieve coronatest, maakt ze haar eerste wedstrijdminuten. ‘Ik kon meekomen, alleen hield ik het niet lang vol. Maar ik zag wel weer potentieel’, blikt ze terug. ‘Het ging steeds beter. In september kon ik weer twee keer per dag trainen, als ik er maar voor zorgde dat ik tussen de trainingen in ging slapen. Ik moest rustig aan doen. Normaal doe ik in trainingen misschien wel het dubbele van de rest van het team, toen deed ik misschien een derde. Echt een enorme stap terug. Ik moest erop vertrouwen dat dit de juiste weg was. Mijn fysiotherapeut in Doorwerth, vlak bij mijn huis, moest echt regelmatig op de rem trappen. En hij liet me ook zien dat er – kleine stapjes – vooruitgang in zat. Toen ben ik stug doorgegaan.’

Dat de wereldkampioenschappen uitgesteld werden van november vorig jaar naar deze maand, kwam in het hele proces voor Mariska goed uit. ‘Ja, het is hier nu wel veel warmer dan in november. Maar qua fitheid is dit voor mij veel beter.’ De geboren Noord-Hollandse neemt in acht wedstrijden op de WK 218 punten voor haar rekening. Ze wordt er net geen topscoorster mee. Die eer is voor de Australische Amber Merritt, die twee punten meer maakt. ‘Die titel vind ik totaal onbelangrijk’, lacht Mariska. ‘Er waren best wedstrijden dat ik meer had kunnen scoren. Maar dan waren we zo lekker aan het spelen, stonden andere meiden er beter voor en dacht ik: laat die het maar doen. Dan is het voor het teamproces beter om te schieten. Daar draait het op de lange termijn om: groeien als team. Het draait niet om mij, maar om het team. En daarin is iedereen belangrijk.’

Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher
Grote foto: Ilse Schaffers
Overige foto’s: Mathilde Dusol

Share This