Ik schreef dit verhaal zo’n twee jaar geleden, toen Bibian Mentel genomineerd was voor de Laureus Sports Award in de categorie ‘Comeback of the Year’. Ik vroeg me toen af of ‘of the Year’ de lading wel dekte? Want was ‘comeback’ niet wat ze altijd had gedaan. Met het overlijden van Bibian, afgelopen maandag, moest ik aan dit verhaal denken en publiceer ik het nogmaals. Met een extra toegevoegde alinea aan het einde.
Foto: Mathilde Dusol
Begin deze eeuw probeerde Bibian Mentel zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen. Ja, inderdaad: de Olympische. Niet de Paralympische. Ze was ooit begonnen met snowboarden na een discussie met haar toenmalige vriendje. “We hadden een discussie over wat nou leuker was: snowboarden of skiën. En daar kwamen we niet uit. Ik zou een week met hem mee gaan snowboarden, hij een week met mij mee skiën. En dan konden we eerlijk oordelen. Maar na die week snowboarden heb ik nooit meer op ski’s gestaan.”
Van fervent skiër werd ze ineens snowboardster met aanleg. En vooral een goede balans, die ze te danken had aan turnen en ‘wel eens op een wakeboard staan’, zo vertelt ze zelf. “Snowboarden ging me eigenlijk vrij snel goed af. Ik vond het leuk, ging mee in een groepje vrienden en de lifestyle rond de sport sprak me aan. De vrijheid, gewoon de bergen intrekken en zien waar je uitkomt.”
SNOWBOARDCOLLECTIE
In Nederland wordt ze gevraagd om mee te doen met kleine wedstrijdjes op borstelbanen. “Er waren maar weinig meiden, dus vonden ze het leuk als ik mee zou doen”, lacht Mentel. “Aangezien ik wel aanleg had, en veel lef, deed ik dat best goed. Ik won allerlei prijzen in natura: een keer een snowboard, of een winterjas. En op die manier breidde ik mijn collectie snowboardspullen uit.”
De vervolgstap kwam toen ze als snowboardlerarers ook in Zwitserland dit soort wedstrijdjes ging doen. En vervolgens – pas twee jaar nadat ze voor het eerst boardde – de Nederlandse kampioenschappen, waar ze tweede werd. Voor de Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV) goed genoeg voor een plekje in de nationale selectie en de eerste internationale wedstrijden.
En anno 1999 hoort ze bij de beste snowboarders ter wereld; zeker op de snowboardcross. “De Olympische Spelen in Salt Lake City waren een serieus doel. Tot ik in een training viel en geblesseerd raakte”, zegt Mentel. Ze scheurt haar enkelbanden in, maar mag na zes weken weer boarden – ondanks een gezwollen enkel. Pas na het seizoen geeft ze haar enkel rust. Als ze last blijft houden, blijkt op een röntgenfoto de werkelijke diagnose: een tumor in haar rechteronderbeen.
OLYMPISCHE DROOM
Mentel: “In eerste instantie hebben ze me geopereerd, met het idee dat ik me alsnog zou kunnen gaan kwalificeren voor de Olympische Spelen. Maar toen na vijf maanden de tumor toch weer terugkwam, moest mijn onderbeen geamputeerd worden. Ja, toen was die Olympische droom wel in een klap over.”
Zeven maanden na haar amputatie staat Mentel weer op de Nederlandse kampioenschappen. Let wel: tussen de ‘valide’ snowboarders. En om die allereerste comeback compleet te maken: ze wint de nationale titel. “Dat was een prachtige kroon op een jaar vol ellende”, blikt ze terug. “In mijn ‘valide’ carrière heb ik alle mogelijke wedstrijden mogen boarden, behalve de Olympische Spelen. Ik heb WK’s gereden, was de eerste Nederlandse op de X Games. Ik was 28 jaar en wist dat ik de allerhoogste top toch niet meer zou bereiken. Het winnen van het NK was een afsluiting van mijn valide carrière. Daardoor kon ik een punt achter mijn snowboardcarrière zetten.”
Die punt werd uiteindelijk een dikke vette komma. Mentel ging de kar trekken om snowboarden voor mensen met een handicap op de kaart te zetten. Met succes. De sport staat sinds 2014 op het paralympisch programma. En Mentel boardde in Sochi en Pyeongchang op dat allerhoogste podium. Niet Olympisch, maar paralympisch. Ondanks een vuistdik medisch dossier dat maar blijft groeien. Die kutkanker – zoals ze het zelf zegt – bleef maar terugkomen.
Achter Mentels topsportcarrière staat inmiddels een punt. Achter haar passie en doorzettingsvermogen voor haar sport niet. Daar staat nooit een punt. Altijd een komma.
PUNT
Die komma bleef er tot het allerlaatste moment. Zelfs toen ze begin maart van dit jaar te horen kreeg uitbehandeld te zijn en het advies kreeg afscheid te gaan nemen van haar naasten, bleef ze positief. Alles was gezegd, alles was gedaan. En ondanks het slechte nieuws bleef er genoeg om van te genieten. “Het heeft geen zin om aan het negatieve te denken, daar wordt het niet beter van”, zei ze me ooit. Ze bleef de laatste weken herinneringen verzamelen, bleef ‘tot de volgende keer’ zeggen en niet ‘vaarwel’.
Hoe lang het ging duren, wist niemand. Het duurde tot afgelopen maandag. Bibian Mentel, snowboardster, maar vooral onbetwist de allerbeste in optimisme, positief denken én leven zoals leven bedoeld is.
Punt.