Een week geleden voerde hij het ‘Refugee Team’ nog aan tijdens de openingsceremonie, nu zwom hij zijn tweede afstand op de Paralympische Spelen in Tokio. Zes jaar geleden vluchtte hij uit Afghanistan en kwam in Turkije terecht. In Japan vertegenwoordigt hij met vijf andere sporters de meer dan 82 miljoen die wereldwijd op de vlucht zijn.
Tekst: Robin Wubben
Foto’s: Ilse Schaffers
‘Ik probeerde te lachen, maar mijn hele lichaam trilde’, vertelt hij over die ceremonie, waar hij de vlag van het Internationaal Paralympisch Comité (IPC), als symbool van het vluchtelingenteam, binnen mocht dragen. ‘Ik stond daar en dacht erover hoe ik al die vluchtelingen van over de hele wereld vertegenwoordig.’ Op de 50 meter vlinderslag bereikte Abbas zijn doel: een paralympische finale halen. ‘Dit is waar ik de afgelopen negen jaar voor heb gewerkt. Natuurlijk ging ik voor goud, anders doe je als topsporter iets verkeerd.’
Abbas werd 24 jaar geleden geboren in de Afghaanse hoofdstad Kabul. Zonder armen. Zijn ouders probeerden hem te beschermen door hem binnen te houden, maar zelf wilde hij gewoon buitenspelen zoals alle andere kinderen. Hij leerde al snel dat dat niet gemakkelijk was. ‘Ik werd gepest’, vertelt hij. ‘Als je in Afghanistan geboren wordt met een handicap, word je als hopeloos beschouwd. Nee, dat was geen fijne tijd.’ Op 12-jarige leeftijd begint hij met sporten: kickboksen. In de eerste plaats om zichzelf te kunnen verdedigen. Een jaar later begint hij met zwemmen, in het zwembad dat zijn broer bouwt in de buurt van hun huis in Kabul. ‘Ik was zo bang’, weet hij nog goed. ‘Ik vroeg de badmeester: “Denkt u dat ik kan leren zwemmen?” Hij zei: “Natuurlijk! Er zijn mensen in de wereld die geen armen en benen hebben en die zwemmen.” Dus ik deed een reddingsvest aan en sprong in het water. Ik verdronk niet. En zwemmen heeft zo mijn leven gered. Zonder zwemmen was ik denk ik op het verkeerde pad gekomen.’
GEEN TOEKOMST
Hoewel hij in zijn allereerste wedstrijd Afghaans kampioen werd, zag Abbas weinig toekomst in zijn geboorteland. Dat kwam ook door de oorlog, waarin Afghanistan al sinds Abbas’ geboorte verwikkeld is. ‘Ik paste met mijn beperking niet in Afghanistan. Ik wilde bewijzen dat ze ongelijk hadden’, vertelt hij. In 2015 vliegt hij in het geheim naar Iran en begint daar aan een driedaagse tocht naar Turkije moet brengen. Eerst verstopt in een vrachtwagen, daarna drie dagen en nachten lopend door een bergketen die Iran van Turkije scheidt. Daar belandt hij in een vluchtelingenkamp voor weeskinderen.
Twee jaar later verhuist hij naar een kamp voor vluchtelingen met een beperking, waar hij elke dag twee keer naar het zwembad mag om te trainen. Wat hem drijft, is de overtuiging dat zwemmen hem een beter leven kan bieden én dat hij een rolmodel kan zijn voor een jongere generatie. Abbas zegt: ‘Ik dacht: als ik sterf, wil ik dat mensen weten dat Abbas Karimi – zonder armen – zijn dromen en doelen nooit heeft opgegeven. Ik kon iets doen om de wereld te veranderen. En dat kon ik door een kampioen te worden: een paralympisch kampioen.’
Bij gebrek aan een paspoort en de juiste documenten kan Abbas echter niet internationaal deelnemen aan wedstrijden. In 2017 doet hij bij gebrek aan een paspoort mee aan de WK in Mexico onder de vlag van het IPC; net als twee jaar erna op de WK in Londen. Daar eindigt hij als zesde op de 50 meter vlinderslag. Een paar dagen na dat toernooi overlijdt zijn vader en Abbas reist naar Afghanistan om bij zijn moeder te zijn. Het weerzien met familie en zijn thuisland is emotioneel. ‘Ik wilde stoppen met zwemmen, wilde naar huis. Het had me zoveel gekost om te komen waar ik was. Ver weg van mijn familie, bijna elke dag heimwee. Ik had alles opzijgezet voor het zwemmen. Maar toen moest ik denken aan een van de laatste dingen die mijn vader tegen me had gezegd. Hij zei: “Ik wist toen je werd geboren dat je iets speciaals zou worden.” En dus móest ik wel blijven zwemmen.’
MEDAILLE
Na Rio 2016 is er in Tokio opnieuw een vluchtelingenteam aanwezig. Het IPC werkt samen met VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR om talentvolle parasporters de kans te geven hun verhaal te vertellen en mee te strijden op de Paralympische Spelen. ‘Deze atleten zijn gevlucht voor hun veiligheid en hebben gevaarlijke reizen ondernomen, maar ondanks de vele obstakels die ze tegen zijn gekomen, zijn ze topsporters geworden.’ In Tokio wilde Abbas maar wat graag een medaille winnen. Voor alle vluchtelingen ter wereld, voor zichzelf en voor zijn vader. Het zat er niet in. Toch is hij trots: ‘Dat ik hier ben gekomen, geeft me het gevoel dat ik een leeuw ben, iemand die altijd hard vecht en nooit opgeeft, wat er ook gebeurt.’
Dit verhaal verscheen eerder in het online magazine van Support Magazine.