Rolstoeltennisser Tom Egberink is misschien wel dé verrassing van deze Paralympische Spelen. In enkel- en dubbelspel strijdt de 28-jarige inwoner van Sneek om de medailles. ‘Zeker na al het blessureleed is het iets unieks dat ik nu hier sta. Halvefinalist in Tokio, dat klinkt heel erg mooi.’

Tekst: Robin Wubben
Foto’s: Jurjen Engelsman

Vijf jaar geleden was Egberink ook al actief op de Paralympische Spelen. Toen mikte hij samen met landgenoot Maikel Scheffers op succes in het dubbelspel. Kort voor Rio 2016 brak hij echter een duim, waardoor hij niet zijn niveau haalde en vroegtijdig werd uitgeschakeld. ‘Dit is een beloning voor het harde werk de afgelopen jaren’, zegt de geboren Drent. ‘De afgelopen jaren ben ik zes keer geopereerd aan mijn rechterelleboog, aan botverkalking. Dat heeft veel spanning meegebracht. Ik heb op het punt gestaan dat ik twijfelde of ik door wilde gaan. Als je zes keer onder het mes moet, moet je elke keer terugvechten.’

OPERATIES

Het coronajaar heeft Egberink goed gedaan, erkent hij. ‘Vlak voor de lockdown, maart vorig jaar, ging ik voor het laatst onder het mes. Dat de Spelen uitgesteld werden, kwam mij wel goed uit. Ik had de tijd om de operatie te ondergaan, zodat alles in mijn ellenboog nu schoon is. Daardoor heb ik maandenlang niet kunnen trainen. Ik mocht geen racket aanraken. Dat was heel frustrerend, vooral omdat de andere jongens wel door mochten trainen. Dat deed pijn. Zeker met de gedachte dat ik in topvorm naar Tokio wilde gaan. Maar ik heb goed geluisterd naar de doktoren. Dat moet je altijd doen, maar ik ben op dat vlak heel eigenwijs. Ik moet zeggen: mijn arm is nog nooit zo goed geweest als nu. En het resultaat is ernaar.’

Op weg naar de strijd om eremetaal versloeg Egberink onder andere meervoudig grandslamwinnaars Stefan Olsson en Alfie Hewett. Zilver is zeker, misschien wel goud. In het dubbelspel wacht morgen de strijd om brons. ‘Ik weet dat ik van alle jongens hier kan winnen, maar het moet er dan wel uitkomen. Alle puzzelstukjes vallen hier op zijn plek. Het heeft de afgelopen jaren ook tegengezeten. Je gaat een keer op je bek. Keihard. En nog een keer, en nog een keer. In 2019 heb ik een heel grote stap gezet richting de top-8. Dan moet je blijven geloven in jezelf. Dat moet je altijd doen, ook als het tegenzit. Ik heb er alles aan gedaan om hier mijn beste tennis te laten zien. En daar heb ik keihard voor gewerkt.’

DERDE SPELEN

‘Het zijn mijn derde Paralympische Spelen. In Londen (2012) was het voor mij de eerste keer. Het was nieuw, ik was jong en het was allemaal leuk. Toen kwam Rio. Door die gebroken duim was het geen succes. Ik denk dat nu wel alles op z’n plek is gevallen’, analyseert Egberink. ‘Ik had jarenlang op mijn talent geleefd’, erkent hij. ‘Toen ik bij bondscoach Dennis Sporrel ging trainen, heeft hij mij laten zien hoe ik moet leven spelen om de topt te halen. Eerst wilde ik niet fulltime bij de bond gaan trainen, maar dat is veranderd; ik ben nu de hele week met plezier op het Nationaal Trainingscentrum in Amstelveen. Ik ben daar een veel betere tennisser geworden. Het bewijs lever ik hier.’

Wat er de komende dagen nog mogelijk is, vindt Tom moeilijk te zeggen. ‘Ik kan van iedereen winnen’, zegt hij. ‘In de dubbel zaten Maikel en ik dicht bij een finaleplaats, maar de Fransen waren net beter. Morgen spelen we tegen de Japanners Shingo Kunieda en Takashi Sanada. Zij spelen in eigen land, zullen zeker iets willen laten zien hier. Maar dat willen wij ook. Wij willen de medaille winnen waar we vijf jaar geleden niet voor hebben kunnen strijden. Door keihard te werken en te geloven in jezelf, kun je een heel eind komen. Dat bewijzen we hier.’

Dit verhaal verscheen eerder in het online magazine van Support Magazine.