Vier afstanden, vier medailles. Dat was wat zwemster Lisa Kruger (20) wilde in Tokio. En dat is ook wat ze heeft bereikt. Op de slotdag van het zwemtoernooi won ze haar tweede bronzen medaille. Ook pakte ze twee keer zilver. En dat in het land waar ze het meest van houdt én op de Paralympische Spelen waardoor ze begon met zwemmen.

Tekst: Robin Wubben
Foto’s: Ilse Schaffers

‘Toen ik in 2012 begon met paralympisch zwemmen, waren de Spelen in Tokio mijn doel’, weet Kruger nog goed. ‘Dat was waar ik voor trainde, dat was wat ik wilde bereiken. Ja, het is sneller gegaan. Vijf jaar geleden was ik al in Rio bij en won ik heel verrassend goud. Alles was toen mooi en elke medaille die ik zou winnen, was mooi meegenomen. Nu wilde ik op elke afstand een medaille en had ik wat te bewijzen. Ik legde de druk voor mezelf hoger.’

Goud zat er dit keer niet in, maar het werd wel vier keer eremetaal in het land waar ze het meest van houdt. Die liefde uit zich in een tatoeage in haar nek van het Japanse teken voor “water” – het element waarin ze zich het prettigst voelt. Ook probeert ze Japans te leren. ‘Ik ben niet zo goed met talen, maar het leek me interessant om een taal te leren met tekens die wij niet kennen. Chinees, Japans, Koreaans; iets in die richting zocht ik’, zegt ze. ‘Via de Japanse teken- en animatiefilms, de zogenaamde anime, kwam ik in aanraking met Japans. Mijn favoriete serie, Boku no Hero Academia, gaat over een jongen in een wereld waar iedereen superkrachten heeft, behalve hij. Hij wil wel een superheld worden, dus probeert hij alles om toegelaten worden op de heldenschool.’

Foto: Ilse Schaffers

GEEN SCHOOL

‘Ik wilde absoluut geen cursus Japans doen’, lacht Lisa. ‘Het moest leuk en vrijblijvend zijn. Het moest niet voelen als school. In Japan werken ze met drie verschillende schriften. Twee redelijk makkelijke, maar als je die onder de knie hebt, kun je er nog geen chocola van maken. Dan moet je nog weten wat de woorden zijn die je leest. Daarnaast heb je het belangrijkste schrift: een kopie van het Chinees is. Om die taal redelijk te kunnen gebruiken, moet je tweeduizend tekens leren. En wil je een beetje serieus Japans lezen, heb je er nog veel meer nodig. Waar ik ben begonnen? Nou, bij die twee andere schriften natuurlijk!’

Lisa begon met het kijken van series en lezen van boeken. Zo leerde ze ook de andere talen. ‘Dus ging ik bij Japanse zwemmers op social media kijken. Ik probeerde er zelf uit te halen wat ik kon en drukte daarna pas op de vertaalknop, om te zien of ik het goed had. Ik ben nog niet zo ver dat ik een gesprek kan voeren. Ik zat van de week naast een Japanse coach in de bus van het Paralympisch Dorp naar het zwembad en ik heb heel hard geprobeerd mijn taalskills een beetje toe te passen. Dat ging niet heel goed, maar we vonden het allebei wel leuk. En ik heb er weer wat van geleerd. Vooral qua lezen gaat het goed vooruit. Ik begrijp best veel van alle teksten die ik zie. En het is leuk om op die manier een taal te leren.’

Foto: Ilse Schaffers

TOLK

Natuurlijk baal ik ervan dat ik nu het toernooi is afgelopen niet het Paralympisch Dorp uit mag en leuke dingen kan gaan doen. Gelukkig zijn we met het Nederlands team twee jaar terug in Tokio geweest na een trainingskamp. Het idee van de coach was toen: dat doen we nu, dan hoeft dat voor of na de Spelen niet meer. Dat was een ontzettend goede keuze, zeker nu we dat door corona niet mogen doen. Toen was ik een beetje de tolk voor de hele groep. Ik vond dat ontzettend leuk. De basis voor steden uit de anime-series is Tokio, dus was het bijzonder om het echt te zien. Het is best lastig als je niet bekend bent met de woorden of klanken van het Japans. Alles wat je hoort en ziet lijkt op elkaar. Maar gelukkig kon ik toen de groep wel de weg wijzen, of lezen welke metro we moesten hebben. Jammer dat dat nu niet kan, maar daar moet ik dan een andere keer maar voor terugkomen. Met de resultaten van deze Spelen kan ik hier met veel plezier en trots terugkomen.’

Dit verhaal verscheen eerder in het online magazine van Support Magazine.