Misschien had wielrenster Alyda Norbruis wel de moeilijkste route naar Tokio van iedereen. De artsen adviseerden haar “iets anders” te gaan doen toen ze opnieuw een vernauwing in haar liesslagader constateerden. Maar de 33-jarige Friezin gaf niet op. Ze vond een weg die leidde naar zilver op de Izu Velodrome.
Tekst: Robin Wubben
Foto’s: Mathilde Dusol
Samen met bondscoach Eelke van der Wal en trainster Larissa Havik paste Norbruis na de mededeling van de doktoren haar sportleven aan: minder trainingen, minder onderdelen. Beter gezegd: nog maar één onderdeel. De afgelopen drie jaar op weg naar de Paralympische Spelen stonden in het teken van de 500 meter tijdrit op de baan; iets waar Norbruis krap veertig seconden over zou moeten doen. Tokio stond in haar agenda en dus moest het. Noem het koppig, noem het eigenwijs, maar noem het vooral doorzettingsvermogen en onverzettelijkheid. Ze knikt: ‘Kan het niet linksom of rechtsom? Dan maar er doorheen!’
RIO 2016
In Rio de Janeiro was Norbruis beter dan ooit. Ze won er goud en brons op de baan, goud en zilver op de weg. Direct daarna besloot ze: ik ga door. Na jaren van roofbouw op haar lichaam wilde ze verder. Het fietsen was simpelweg te leuk. ‘Ik heb alles gewonnen wat er te winnen valt’, erkende ze toen. ‘Dat pakken ze me nooit meer af. Ik kan het alleen nog een beetje mooier maken. Maar als ik toen geweten had wat er daarna nog op mijn pad zou komen, had ik wellicht toen besloten te stoppen.’ De vaatproblemen in haar lies zorgen ervoor dat ze de combinatie van weg en baan niet meer kan maken. ‘Op de 500 meter is de belasting het kortst, daarom kan het nog. Maar ik vond juist de afwisseling heel leuk en ben nu alleen nog maar bezig met het sprintonderdeel. Ach … De clou is niet kijken naar wat was, maar kijken wat nog kan.’
En de hobbelige, lastige, ingewikkelde weg naar Tokio krijgt een schitterend slot. Tegen ieders verwachting in – inclusief die van zichzelf – is Norbruis beter dan ooit. Ze komt verrassend dicht bij goud, maar de Australische Amanda Reid is toch nipt beter. Brons gaat naar de Chinese Wangwei Qian. ‘Dit is zilver met een hele dikke vette gouden rand’, lacht ze. De vergelijking met haar eerste Paralympische Spelen, die van Londen in 2012, gaat op. Toen kreeg ze vlak voor de start van het toernooi een blindedarmontsteking. ‘Zoals ik toen begon, stop ik nu.’
DURF TE DROMEN
‘Ik ben beter dan ooit. Lange tijd was ik dat niet. Het was vallen, opstaan, knokken en weer doorgaan. Elke keer weer de moed bij elkaar rapen om niet op te geven waarvoor ik al die jaren zo hard heb gewerkt. Dit is de mooiste beloning die ik na al die jaren nog heb kunnen verdienen en heb kunnen krijgen. Supermooi dat ik met deze vorm zo mooi afsluit.’ Haar prestaties gaan voor de Friezin uit Ureterp verder dan medailles. Ze wil anderen laten zien als je ergens vol voor gaat, als je kijkt naar wat wél kan. ‘Ik hoop dat ik anderen kan motiveren om te dromen en doelen na te jagen. Ik hoop dat ik mijn grootste kracht, die ik al die jaren in mijn topsportcarrière heb laten zien: doorzetten, vandaag nogmaals heb bevestigd. Ik hoop dat dat mensen hoop en vertrouwen geeft. Want ook al zijn er hobbels op de weg: niks is onmogelijk.’