Regerend Europees kampioen, regerend wereldkampioen en dus … Nee, zo makkelijk is het niet. Maar dat de rolstoelbasketbalvrouwen favoriet zijn voor goud, kunnen ze niet ontkennen. “We moeten elkaar niet voor de gek houden”, zegt coach Gertjan van der Linden. “We mogen ervan uitgaan dat we mee gaan doen om het maximale.”

Komende nacht (04.15 uur Nederlandse tijd) opent Nederland – regerend Europees en wereldkampioen – het toernooi tegen regerend paralympisch kampioen Verenigde Staten. Een duel der giganten; finalewaardig. Er even rustig inkomen, zoals vijf jaar geleden met een openingsduel tegen Algerije, zit er dit keer niet in. Nu moet de ploeg er meteen staan. ‘Ach, je kunt maar goed beginnen’, zegt Van der Linden met een knipoog. ‘Op papier zijn de Amerikanen de zwaarste tegenstanders in de poule, ze zullen erop gebrand zijn het beter te doen dan drie jaar geleden op de WK, toen ze al in de kwartfinale werden uitgeschakeld. Voor ons is het zaak om het beste eruit te halen en te zien wat het oplevert. Het lastige is dat we drie jaar niet tegen ze gespeeld hebben. We weten niet precies waar we staan tegen dit soort landen.’

Plezier

Center Mariska Beijer (foto boven) en forward Jitske Visser (foto onder) kijken uit naar het duel met de Amerikanen. ‘Sowieso hebben we enorm zin in de Spelen’, glundert Beijer. De ploeg heeft net voor het eerst getraind in de Ariake Arena en dat heeft het paralympisch vuur enorm aangewakkerd. Alle twaalf komen ze met een grote glimlach van het veld; niet eerder dan dat er de nodige foto’s gemaakt zijn. ‘Amerika blijft een groot basketballand’, erkent Visser. ‘We moeten met honderd procent energie het veld opkomen.’ Beijer vult aan: ‘En met plezier! En dat moet lukken. We hebben een leuk team, een mooie mix van jong en oud en we hebben het ontzettend leuk met elkaar.’

Jitske Visser (rechts). Foto: Ilse Schaffers

Dat plezier is misschien wel het grootste verschil met Rio 2016, toen “moeten winnen” het motto was. ‘Toen schreeuwden we vooraf van de daken dat we voor goud gingen’, erkent Visser. ‘Dat doen we nu niet. De voorbereiding is ook anders. Vijf jaar terug deden we alles samen. We trainden fulltime met het team op Papendal, met een flink aantal meiden woonden we samen … Nu trainen we maar twee dagen per week met het Nederlands team. Door het iets afstandelijker te doen en vervolgens weer intensief bij elkaar te komen, blijft het ontzettend leuk.’

Debutanten

Zeven speelsters waren er tijdens Rio 2016 bij, toen het team brons won. Vijf speelsters debuteren op paralympisch niveau. ‘De ervaren speelsters nemen de jonge meiden echt op sleeptouw’, vertelt Van der Linden. ‘Natuurlijk is het ontzettend jammer dat er geen publiek bij mag zijn, maar voor de jonge speelsters is dat misschien wel positief. Je krijgt heel veel druk als er hier 15.000 mensen zitten. Dan is het heel anders om op zo’n toernooi te debuteren. De meiden kunnen wel met druk omgaan, maar een leeg stadion heeft een heel andere impact.’

Het doel tegen Amerika, het doel deze Spelen, is duidelijk. ‘We moeten eerst in een flow zien te komen’, legt de bondscoach uit. ‘En dat doe je door een goed resultaat. Daar kun je dan op verder bouwen. We zijn regerend wereldkampioen en hebben ongeveer dezelfde selectie als toen, dus mag je ervan uitgaan dat je weer meedoet voor het maximale. Wij kunnen onszelf geen outsider noemen, wij kunnen geen underdog zijn. Voor die favorietenrol lopen we niet weg.’