(Leestijd: 6.35 minuten) Gouden, zilveren en bronzen medailles op de Paralympische Spelen, nationale titels en dit jaar haar 8e, 9e en 10e wereldtitel. En toch: voor wielrenster Alyda Norbruis (29) is het nog niet genoeg. Elke dag leert ze nog bij, wordt ze sterker. Haar belangrijkste les? Zorg dat je plezier hebt in wat je doet.

Alyda Norbruis wielrennen

Foto: Mathilde Dusol

Al van jongs af aan is Alyda sportief. Is ze zelf niet aan het sporten, dan kijkt ze wel naar de korfbalwedstrijden van haar broers en zussen, of naar sport op televisie. De geboren Friezin groeit op in Ureterp. In een echte korfbalfamilie. Dat Alyda al op vierjarige leeftijd rondloopt bij korfbalvereniging KV Oerterp is dan ook niet verrassend. “Ik wilde altijd wel goed zijn, maar door mijn motorische problematiek was dat lastig”, herinnert ze zich.

Alyda heeft cerebrale parese. Door een hersenbloeding na haar geboorte is ze linkszijdig spastisch en deels verlamd. Ondanks dat het haar beperkt in de sport, is ze enorm ambitieus. “Ik was altijd al bloedfanatiek. Ik wilde altijd voor het eerste team gaan, maar belandde na een zomer vol trainingen en selectiewedstrijden in het tweede of derde. Daar was ik dan enorm teleurgesteld over. Gelukkig had ik altijd mijn ouders die me met beide benen op de grond zetten. Wij speelden vaak leukere wedstrijden, wonnen ook wel eens, terwijl het eerste team vaak alleen maar verloor. Zo leerden ze me de positieve kant zien van het niet halen van het eerste team.”

Winterdroom
Tot groep vijf zit Alyda op een reguliere school. Ze ‘verdrinkt’ daar en verhuist naar een mytylschool. Daar komt ze in aanraking met een andere sport: skiën. Ze gaat mee naar Oostenrijk voor een skikamp voor kinderen met een handicap. En daar ontdekt ze dat skiën ook een heel erg leuke sport is. “Skiën was iets waarin ik net zo goed – of zelfs beter – kon zijn dan de rest. Uiteindelijk mocht ik zelfs komen voorskiën bij het Nederlandse skiteam en heb ik een paar jaar meegetraind. Ik was in de race om me te kwalificeren voor de Paralympische Winterspelen in Vancouver (2010). Zover is het echter niet gekomen.”

“Ik wilde niet naar Vancouver om mee te doen. Ik wilde meedoen om de prijzen”

Haar gedrevenheid, haar ambitie om de beste te zijn, staan haar paralympische winterdroom in de weg. “Ik wilde niet naar Vancouver om alleen maar leuk mee te doen, wilde meedoen om de prijzen. En ik had niet het idee dat dat zou lukken. Daardoor verloor ik het plezier in de sport. Toen heb ik besloten te stoppen. Plezier is toch de sleutel tot succes.”

Lees verder onder de foto.

Alyda Norbruis wielrennen

Foto: Mathilde Dusol

Iets nieuws
In het skiën ontdekt ze wel dat goed presteren op de Paralympische Spelen heel hoog op haar verlanglijstje staat. Dus gaat ze op zoek naar ‘iets nieuws’. Ze vertelt: “Ik ben om me heen gaan kijken naar wat ik dan wel zou kunnen en willen doen. Er waren twee opties: roeien of wielrennen. Ik kwam in gesprek met Annika van der Meer (toen paralympisch skiester, nu roeister, red.), zij kwam uit het wielrennen en bracht me in contact met bondscoach Eelke van der Wal. ‘Alyda, als je echt wat wilt, weet ik wel iemand die je graag in zijn team wil hebben’, zei ze. Vervolgens heb ik Eelke gemaild. Vrij snel zaten we aan tafel. Het was een goed gesprek, hij wilde graag kijken wat er mogelijk was. In dat eerste gesprek hebben we het zelfs al over de Paralympische Spelen gehad.”

Alyda krijgt een fiets te leen, houdt contact met Eelke en gaat niet veel later naar de talenttrainingen. Om haar echt te testen, wil de bondscoach haar wel eens een wedstrijd zien rijden. Een internationale wedstrijd in Luik. Alyda zegt daarover: “Dat was allemaal op eigen gelegenheid, ik was niet meteen enthousiast. Ik was nog jong, België vond ik maar ver weg. En toen zei Annika: ‘Als je dat niet doet, dan weet ik niet of je nog een kans krijgt in het wielrennen.’ Omdat ze het zelf ook leuk vond, is Annika ook meegegaan. Eelke heeft me zien rijden en ik kreeg het voordeel van de twijfel.”

“Toen ik vrij snel makkelijk mee reed met de selectie, klokte Eelke een keer mijn tijden. Die bleken op de WK goed voor een medaille. Toen zijn we gericht gaan trainen”

Topsportstatus
Wat daarna gebeurt, is een soort supersnelle achtbaan. In september 2011 mag Alyda zich bewijzen bij de wereldkampioenschappen op de weg in Denemarken. Ze wordt vijfde in de wegwedstrijd, goed voor een A-status als topsporter. En dus moet ze zich drie dagen per week melden bij de nationale selectie. En o ja, die vijfde plaats is ook goed voor een nominatie voor de Paralympische Spelen.

De winterperiode op de wielerbaan willen coach en wielrenster gebruiken om aan de conditie, fitheid en techniek te gaan werken. “De rest van het team was serieus in training voor de WK, ik niet”, lacht Alyda. “Maar vrij snel reed ik heel makkelijk mee. Dus klokte Eelke een keer wat voor tijden ik reed. Die tijden bleken op de vorige WK goed voor een medaille. Toen zijn we toch maar gericht gaan trainen!”

Om de achtbaan een bizarre finish te geven: in februari 2012 wordt Alyda in Los Angeles wereldkampioen op de tijdrit en wint ze zilver op de achtervolging. Beide prestaties zijn goed voor kwalificatie voor de Paralympische Spelen. Niet veel later zet ze ook haar nominatie om in kwalificatie, zowel voor de wegwedstrijd als tijdrit op de weg. Inderdaad, dit ging bizar snel. “Ja, absoluut”, erkent Alyda. “Ik ben in juni 2011 begonnen, in oktober had ik een A-status en in februari 2012 was ik wereldkampioen. Dat was ook niet helemaal gezond hoor. Iedereen was verbaasd, mijn ouders hebben zich ook wel afgevraagd of dat allemaal goed voor me was. Maar ja: als je tegen mij zegt dat ik naar de Spelen mag, dan ga ik ervoor!”

“Wat ik wilde hebben, heb ik. Ik kan het nu alleen maar mooier maken. En als dat niet lukt, is dat zo”

Paralympische medailles
In Londen wint Alyda op pure wilskracht een zilveren medaille, meer zat er door een acute blindedarmontsteking vlak voor die Spelen niet in. Vier jaar later, in Rio de Janeiro, is ze wel honderd procent fit en wint ze twee gouden en een bronzen medaille. Daarnaast staat de teller inmiddels ook al op tien wereldtitels. En daarmee is het voor de Friezin nog niet op. Ze gaat nog zeker door tot 2020, tot de Paralympische Spelen van Tokio.

Lees verder onder de foto.

Alyda Norbruis wielrennen

Goud in Rio de Janeiro (foto: Jurjen Engelsman)

Wat is er voor haar dan nog meer te winnen? Eigenlijk niks, erkent ze: “Wat ik wilde hebben, heb ik. Ik kan het nu alleen maar mooier maken. En als dat niet lukt, is dat zo. Ik heb wat ik heb, dat pakken ze niet af. Maar alles wat ik er nog aan toe kan voegen, is heel erg mooi. Dat lijkt me voor de komende jaren de uitdaging.”

Naast de uitdaging van het winnen, is er voor Alyda in de sport nog meer uitdaging: “In het wielrennen kun je continu je grenzen verleggen. In de sport én in jezelf. Ook buiten de sport heb ik veel aan het wielrennen. Mentaal ben ik weerbaarder, kan afzien, kan klappen incasseren. Dat heeft de sport me geleerd. En ik kan nog zoveel meer leren en ontdekken door het wielrennen. Mensen vragen wel eens wat mijn grootste overwinning is. Uiteindelijk is dat de overwinning op mezelf.”

Dit verhaal is eerder verschenen in Support Magazine