Onverzettelijk. Kop van staal. Doordouwer. Alyda Norbruis is het allemaal. En op de Paralympische Spelen van Rio de Janeiro komt dat er allemaal uit. Als baanwielrenster met goud op de tijdrit en brons op de individuele achtervolging. Het goud in de tijdrit op de weg is de kers die de taart nog mooier maakt.
Fan bûgjen frjemd. Een zinsnede uit het Fries volkslied. Letterlijk betekent het: van buigen vreemd. Bedoeld wordt: geeft nooit op. Het is een karakterisering die Friezin Norbruis misschien wel het best typeert. Ze geeft nooit op. Drie maanden te vroeg geboren, een hersenbloeding kort na die geboorte, jeugd in een pleeggezin, een blindedarmontsteking vlak voor de Spelen van 2012 en van dokters al meerdere keren gehoord: ga iets anders doen. Ze gaat overal dwars tegenin.
Vlak voor de Spelen van 2012 kreeg ze een blindedarmontsteking. Ze kan weken niet fatsoenlijk eten, moet overgeven, traint weinig. Tot het laatste moment is het de vraag of ze van de artsen überhaupt mag starten in Londen. De tijdrit op de baan moet kunnen. 500 meter, meer niet. Goud is te veel gevraagd; het wordt zilver. Op de weg mag ze van de begeleidingsstaf niet starten. Om gezondheidsredenen. Alyda gaat boos naar huis.
IJzersterk
Boos naar huis in 2012. Om vier jaar later in Rio de Janeiro beter te zijn dan ooit. Ze wint er goud en brons op de baan én goud op de weg. Volgens chef de mission André Cats is Norbruis een sporter met een grote drive en een ijzersterk karakter. ‘Ze is een ware ambassadeur van de paralympische sport’, zegt hij. Er is niemand die Norbruis het niet gunt dat ze tijdens de sluitingsceremonie in Maracaña de Nederlandse vlag mag dragen.
Direct besluit ze: ik ga door. Ondanks jaren van roofbouw op haar lichaam is fietsen simpelweg te leuk. Tot een vaatprobleem in haar lies ervoor zorgt dat ze nu écht niet meer door kan. De artsen zeggen: het kan niet meer, ga iets anders doen. Norbruis kiest ervoor tóch te blijven fietsen, maar de combinatie weg en baan is voorgoed verleden tijd. De focus gaat helemaal op de kortste afstand: de 500 meter tijdrit op de baan. Ze blijft positief: ‘Ik heb alles gewonnen wat er te winnen valt. Ik kan het alleen nog een beetje mooier maken.’
Zilveren glans
En dat lukt. Ondanks alles. Ondanks de vaatproblemen, ondanks het uitstel door het coronavirus. Ze zegt voor Tokio: ‘Ach … De clou is niet kijken naar wat was, maar kijken wat nog kan.’ Fan bûgjen frjemd dus. In Tokio geeft de koningin van Rio haar rijke carrière extra glans met zilver op de baan.
Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher
Grote foto: Jurjen Engelsman
Over ParaHistorie
Wie zijn eigen geschiedenis niet kent, heeft ook geen toekomst. Die wijsheid kreeg ik mee van Delphine van Opdorp, de eerste Nederlandse paralympisch kampioen, toen ik haar in 2018 sprak. In de serie ParaHistorie duik ik in de geschiedenis van de (Nederlandse) paralympische sport, met regelmatig een opvallend, interessant of ludiek verhaal.