Voor tandemwielrenners Vincent ter Schure en Timo Fransen stonden de afgelopen vijf jaar in het teken van de paralympische tijdrit op 31 augustus. Net als in Rio de Janeiro ambiëren ze goud in de race tegen de klok. Toen werd het zilver. En nu? “We zijn perfect voorbereid en willen er die dag alles uitpersen dat erin zit”, zeggen ze.

Vijf jaar geleden lag het tijdritparcours langs Braziliaanse kust. Zo plat als een pannenkoek. Dus was het steunen op het stuur en rammen, halverwege keren en opnieuw rammen. Simpel als wat. Zo eenvoudig is het in Tokio niet. Op en rond de Fuji International Speedway is de route veel technischer, met de nodige bochten en hoogtemeters. Het moet in hun voordeel werken, vindt Ter Schure. “De laatste lange trainingen hebben we rond de Posbank in Gelderland gedaan, die omgeving is vergelijkbaar met wat we in Tokio voor de kiezen krijgen in de tijdrit. Klimmetjes van maximaal drie, vier minuten volle bak.”

Fransen verkende het parcours twee jaar geleden al, Ter Schure bleef toen door een blessure thuis. “Maar we hebben het filmpje samen al zeker 20.000 keer afgespeeld” lacht de 34-jarige Weurtenaar. “Die ervaring nemen we zeker mee, al was het toen vooral goed om te zien hoe dingen in Japan geregeld zijn.”

Foto: Ilse Schaffers

MATERIAAL

Waar de vergelijking tussen het parcours van Rio en Tokio volledig scheef gaat, geldt dat voor bijna alles. “Toen bouwden we onze wegfiets om tot tijdritfiets, net als alle koppels deden”, vertelt Ter Schure. “Nu hebben we voor elke discipline een aparte fiets. Wat dat betreft is het jammer dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld. Vorig jaar waren we de enige met een echte tijdritfiets, nu heeft bijna iedereen er een. Iedereen is op zoek geweest naar nog specifieker materiaal, is in de windtunnel geweest, heeft waar het maar kon gezocht naar zogenaamde marginal gains. Iedereen staat straks in Tokio tiptop aan de start. Daaraan voel je dat het de Paralympische Spelen zijn; voor een WK zou niemand dat allemaal doen.”

Dan de tijdrit. Daar moet het gaan gebeuren, knikken de twee instemmend. “Daar hebben we vijf jaar voor gewerkt”, verwoordt Fransen. Over verwachtingen willen ze niet echt praten. “We moeten zo goed mogelijk zijn. Wat dat oplevert, daar heb je geen invloed op. Je kunt pech hebben, anderen kunnen beter zijn”, zegt Ter Schure. Hoewel het cliché klinkt, is het een logische gedachte: “Ik wil me niet blindstaren op resultaat. Wij zijn perfect voorbereid, gaan er alles aan doen om de perfecte tijdrit te rijden. Mijn hoop is om daar alles uit mijn lijf te persen dat erin zit. En wat dat waard is, gaan we zien. Dus hebben we het vooraf niet over de kleur medaille, of over überhaupt een medaille of niet.”

Maar … Kunnen ze als ze de perfecte tijdrit rijden dan tevreden zijn met een vierde plaats? Na enige twijfel zeggen ze: “Misschien wel. Als alles perfect loopt, kunnen we met elk resultaat tevreden zijn.”

Foto: Ilse Schaffers

GOUDEN MEDAILLE

Een alternatief scenario schreven ze zelf vijf jaar geleden al. Het werd in Rio de Janeiro een zilveren teleurstelling op de tijdrit en een paar dagen later stonden ze juichend op het hoogste podium na de wegwedstrijd. “Je hoeft niet de beste te zijn om als eerste over de streep te komen”, lacht Fransen. “Dat is de charme van een wegwedstrijd: de tactiek, de keuzes die je maakt, het spelletje … Echt alles kan gebeuren. Een tijdrit is – als er niemand pech heeft – heel eerlijk. Daar wint de beste. Je strijdt tegen de klok, tegen hoeveel pijn je kunt verdragen. In een tijdrit kom je aan de finish en moet je maar afwachten of het genoeg is. Dat maakt de wegwedstrijd misschien wel interessanter: wie als eerste aankomt, heeft gewonnen. De strijd is veel directer. Je strijdt tegen andere koppels en ziet direct de gevolgen. Daardoor is de ontlading aan de finish ook groter.”

Is de wegwedstrijd dan niet gewoon mooier? “Nee. Het traject dat we afgelegd hebben voor die tijdrit, is uniek”, bekent Ter Schure. “De teleurstelling van het verloren goud in Rio, hoe we opnieuw zijn begonnen, alles wat we hebben opgebouwd en geïnvesteerd, de compleet andere fiets, die we op maat hebben laten maken, hoe we zijn bezig geweest met alle aspecten van zo’n tijdrit … Dat maakt het toch echt wel heel bijzonder.”