Toen half april de kwalificatieperiode voor de zwemploeg ten einde kwam, hadden er negen zwemmers ‘voldaan aan de kwalificatie-eisen’ voor de Paralympische Spelen. Toch selecteerde bondscoach Bram Dekker er tien. Hoe zit dat?
Eerst even de feiten: de zwemmers konden tussen oktober 2022 en april 2024 limieten zwemmen voor de Paralympische Spelen. In die periode waren er zogenaamde slots te verdienen. Vrij vertaald: startbewijzen. Elke zwemmer die aan de internationale MQS – Minimum Qualification Standard – voldeed, verdiende zo’n startbewijs voor zijn land. Let op: voor zijn land. Dus níet op persoonlijke titel. En elke zwemmer kon slechts één slot verdienen. Een zwemmer die bijvoorbeeld op de 50 meter vrije slag, 200 meter wisselslag én 100 meter vlinderslag voldeed aan de kwalificatie-eisen, verdiende dus nog steeds maar één slot.
Om het nog ingewikkelder te maken: NOC*NSF en zwembond KNZB stellen strengere eisen aan de zwemmers. De internationale limiettijden zijn beduidend langzamer dan de Nederlandse. Dat heeft alles te maken met de topsportambities die de bonden hebben. Kort door de bocht genomen is het bij het zwemmen zo dat wie naar de Spelen gaat, medaillekandidaat moet zijn. En wie alleen voldoet aan de MQS en níet aan de Nederlandse eisen, die komt niet bij die medailles in de buurt.
Dit verhaal is een ingekorte preview van de ParaWatcher Post, die ik wekelijks verstuur.
Geen nieuwsbrief met nieuws, maar een mail met elke week een verhaal met ruimte voor diepgang, achtergronden, reportages, het verhaal achter het nieuws, achter de prestaties en achter de sporters. Geschreven of gesproken, net wat past. En dat komt dan dus gewoon direct in je mailbox.
Je kunt kiezen voor een gratis abonnement, of voor de premiumversie (5 euro per maand). Aanmelden voor de mail? Dat kan hier. En meer informatie vind je hier.
Foto: Mathilde Dusol