Valsspelen hoort bij topsport. Dus ook bij de Paralympische Spelen. In 1988 werd er voor het eerst gecontroleerd op doping op de Spelen. Het gebeurt incidenteel en onverwacht, maar toch worden er – volgens onbevestigde bronnen – 3 sporters betrapt. Seoul 1988 is ook een editie van sabotage en (geslaagde) protesten.

Misschien wel het meest opvallende geval tijdens de Spelen in Seoul staat op naam van een Nederlander: rolstoelatleet Roelof Keen. Hij is dat jaar dé grote favoriet voor goud op de 200 meter. De sporter met ‘forse bovenarmen en kleine beetjes’ had naar eigen zeggen het ideale lichaam om te wheelen. Na de voorrondes parkeert hij zijn wheeler bij alle andere racerolstoelen, in de catacomben van het stadion. En haalt hem voor de halve finale weer op.

Keen weet nog precies hoe die race verliep: ‘Ik was goed onderweg na de start, was de bocht bijna door, toen mijn kuipstoeltje aan de rechterkant ineens inzakte. Daardoor was ik ineens al mijn snelheid kwijt. Ik zwabberde over de baan, heb de race wel af kunnen maken, maar ja, de tijd was natuurlijk niet goed. Uitgeschakeld.’

Seoul 1988: Roelof Keen wint zilver op de 400 meter (foto: eigen archief)

Sabotage
Als de eerste woede gezakt is, bekijkt hij zijn wheeler. Het boutje waarmee het kuipstoeltje vastzit, is afgebroken. De ene helft ligt nog ergens op de baan, de andere helft hangt er nog net aan. ‘Mijn materiaal was altijd goed in orde. Andere sporters kwamen juist bij mij om advies over hun materiaal, omdat ik precies wist hoe het moest’, zucht Keen. ‘Pas toen ik beter ging kijken, zag ik duidelijk zaagsporen. Het boutje was voor twee derde afgezaagd en daarna afgebroken. Er was mee geknoeid!’

Om financiële redenen wordt er geen klacht ingediend. Chef d’équipe Jan-Willem van Wijk: ‘Het was duidelijk dat er gesaboteerd was, maar we hebben geen klacht ingediend. Een klacht indienen kostte geld; ik geloof omgerekend honderd gulden (45 euro, red.) per keer. Hadden we het idee dat we er een goede kans was dat we gelijk zouden krijgen, dienden we de klacht in. Maar in dit geval konden we niks bewijzen. Voor kapot materiaal krijg je geen herkansing.’

Seoul 1988: Roelof Keen wint zilver op de 400 meter (foto: eigen archief)

Finale 200 meter
Een herkansing komt er wel voor de andere Nederlandse wheeler: Jan Kleinherenbrink. Hij dient succesvol protest in na de finale van de 200 meter – waarop Keen dus de favoriet was. Volgens Kleinherenbrink was de startprocedure fout verlopen. Het protest werd toegewezen en de Mexicaanse winnaar moet zijn medaille weer inleveren. Bij de tweede poging wordt de Mexicaan vierde. En het goud gaat naar … Jan Kleinherenbrink.

‘Tja, dat was een schrale troost’, zegt Keen. Zelf wint hij met al zijn woede en adrenaline een dag later nog zilver op de 400 meter.

Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher


Over ParaHistorie
Wie zijn eigen geschiedenis niet kent, heeft ook geen toekomst. Die wijsheid kreeg ik mee van Delphine van Opdorp, de eerste Nederlandse paralympisch kampioen, toen ik haar in 2018 sprak. In de serie ParaHistorie duik ik in de geschiedenis van de (Nederlandse) paralympische sport, met regelmatig een opvallend, interessant of ludiek verhaal.