Jetze Plat, Diede de Groot en de rolstoelbasketbalvrouwen zijn genomineerd voor de titel ‘Paralympisch sporter van het Jaar’. Een man, een vrouw en een team; het is toch ook appels met pe … Nee, niet eens appels en peren; meer appels en vliegtuigen vergelijken. Dat moet anders.

Vooropgesteld: de drie genomineerden verdienen hun nominatie. Jetze Plat was dit jaar ongenaakbaar, won Europees, wereld en paralympisch goud in de handbike en de triatlon. Hij won elke race waarin hij startte. De prestaties van Diede de Groot zijn gelijkwaardig: ze won álle Grand Slams, twee keer paralympisch goud én het officieuze WK in enkel- en dubbelspel. En de rolstoelbasketbalvrouwen pakten, voor het eerst, paralympisch goud. Oké, je mag best zeggen dat zwemmer Rogier Dorsman (3x goud in Tokio) in dit rijtje ontbreekt, of zijn collega Chantalle Zijderveld (5 medailles). En handbiker Mitch Valize dan, die Europees, wereld en paralympisch kampioen werd in zowel tijdrit als wegwedstrijd?

Maar zoals gezegd: het is appels met vliegtuigen vergelijken. Genomineerd zijn een man, een vrouw en een team; drie totaal verschillende sporten en totaal verschillende sporters. Van de keuze kun je van alles vinden, maar daar gaat het nu niet om. Waar het wel om gaat?

Nou…

Voor de sporters zonder handicap zijn er op het jaarlijkse sportgala drie categorieën: man, vrouw en team. De parasporters moeten het met één categorie doen: sporter. Punt. Niet voor niks zorgt de hele verkiezing op het NOS|NOC*NSF Sportgala elk jaar weer voor discussie: hoe gelijk wordt de parasport nou behandeld? Het antwoord is simpel: niet. Ik kan ook wel een paar zielige ‘ja maar’-argumenten bedenken waarom dat niet gebeurt, maar er is simpelweg maar één prijs, en niet drie. Dus is dat – op zijn minst rekenkundig – niet gelijk.

En dat terwijl NOC*NSF de nationale topsport sinds ergens in 2016 toch profileert als één TeamNL. Olympisch en paralympisch samen. Allemaal gelijk. Of in elk geval: achter de schermen allemaal gelijk. Zelfde faciliteiten, zelfde financiële regelingen. Over de ongelijke medaillebonus op Olympische en Paralympische Spelen kunnen we het nog wel een keer hebben, dat is niet voor nu. Dit verhaal gaat over gelijkheid in de meest prestigieuze sportverkiezing van Nederland. Mooie praatjes over inclusie, participatie, ‘iedereen moet meedoen’ en gelijke behandeling ten spijt, is het feit dat iets simpels als een landelijke sportverkiezing nog altijd ongelijk georganiseerd wordt. En dat terwijl de organisatie achter dat ‘ene TeamNL’ – NOC*NSF dus – een van de organisatoren van het gala is.

Waarom zou de onverslaanbare Jetze Plat niet genomineerd worden als Sportman van het Jaar? Zou niet misstaan tussen Niek Kimmann, Harry Lavreysen en Max Verstappen. En Diede de Groot kan het met haar Golden Slam best opnemen tegen Sifan Hassan, Suzanne Schulting en Annemiek van Vleuten. Geldt ook voor de rolstoelbasketbalsters. Waarom zouden die de teamsprinters, dubbelvierroeiers en hockeyvrouwen in de verkiezing niet verslaan?

Om het nog een beetje vreemder te maken: bij de titel ‘Coach van het Jaar’ mogen paralympische coaches wél meedoen. Para-wielerbondscoach Eelke van der Wal is dit jaar genomineerd, samen met baanwielrencoach Hugo Haak en atletiekcoach Laurent Meuwly. Als je dáár paralympisch en olympisch combineert, waarom bij de sporters dan niet? Omdat er geen titel ‘Paralympisch Coach van het Jaar’ is en dit dan dus de meest makkelijke oplossing is?

Zoals gezegd: het moet anders. Gelijker.

Een verkiezing met een aparte Paralympische sportman, -vrouw en team? Lijkt me niet. Daarmee creëer je weer een eigen wereld en dat is nou net niet wat we willen. Niet voor niks was het uitgangspunt bij de integratie van de paralympische topsport binnen de reguliere sportwereld – een proces dat tussen 2000 en 2008 onder de vleugels van NOC*NSF werd voltooid: normaal wat normaal kan, apart wat apart moet. En als er íets valt in de categorie ‘normaal wat normaal kan’, is het wel de jaarlijkse sportverkiezing. NOC*NSF bepaalt daarvan (mede) de regels, dus dat is een beslissing die in vijf minuten genomen kan worden. Als ze willen, kan dat zelfs nog voor het sportgala van volgende week. Maar vooruit: 2022 is een mooi streven.

Als NOC*NSF werkelijk ‘één TeamNL’ wil zijn, moet het dat ook echt zíjn. Nomineer drie sportmannen, drie sportvrouwen, drie teams en drie coaches. Olympisch, paralympisch; maakt niet uit. En op het gala tellen dan de meeste stemmen en wordt er één man, één vrouw, één team en één coach verkozen. Dat is al eerder gebeurd: in 1964 werd rolstoelatlete Elka Gaarlandt in de verkiezing Sportvrouw van het Jaar tweede achter kunstschaatsster Sjoukje Dijkstra. En als dat bijna zestig jaar geleden kon, toen er echt nog totaal anders naar gehandicapten gekeken werd, waarom dan anno 2022 niet?

En ja: een gezamenlijke verkiezing kan – sterker nog: zál – ertoe leiden dat er een jaar komt dat er geen paralympische sporters genomineerd worden. Simpelweg omdat andere prestaties beter zijn of hoger gewaardeerd worden. Dat is een logisch gevolg van inclusie en gelijke behandeling: you win some, you lose some. En dat zal elke paratopsporter direct accepteren – al zal de discussie over de genomineerden en winnaars nooit verdwijnen. Want het blijft dan nog altijd appels met peren vergelijken.

Robin Wubben

Foto’s: Mathilde Dusol (Plat/De Groot), Ilse Schaffers (rolstoelbasketbal)